PROCEDURE - 26.10.2010

Wanneer toch ook proceskostenvergoeding?

Stel, u start een belastingrechtszaak waarbij u afspreekt dat u uw adviseur niet direct hoeft te betalen (via ‘no cure, no pay’). Kunt u dan toch voor een proceskostenvergoeding in aanmerking komen? Wat is nu hierover beslist?

In principe is de proceskostenvergoeding voor uw adviseurskosten, die u toegekend krijgt van de belastingrechter als u in het gelijk bent gesteld, gekoppeld aan een puntensysteem. Zo levert het indienen van een bezwaarschrift, een beroepschrift en het verschijnen op de zitting elk afzonderlijk 1 punt op. Vervolgens staat 1 punt in de bezwaarfase voor € 218,- en een punt in de beroeps- en hoger beroepsfase voor € 437,-. Afhankelijk van onder meer de moeilijkheidsgraad kan een reductiefactor worden toegekend tot 0,5 of 0,25 punt. Wat speelde laatst hierover bij de rechter?

Bezwaarschrift. Een man kocht op 3 februari 2009 een woning voor een bedrag van € 172.500,-. De WOZ-waarde voor het jaar 2009 (bepaald naar waardepeildatum 1 januari 2008) stelde de gemeente vast op € 184.000,-. De man ging tegen deze waarde in verweer en liet zich hierbij bijstaan door een in WOZ-zaken gespecialiseerd bureau.

Dat bureau schakelde een taxateur in, die de WOZ-waarde van de woning naar waardepeildatum 1 januari 2008 vaststelde op € 169.000,-. Vervolgens diende het bureau namens de man een bezwaarschrift in en verzocht de gemeente een proceskostenvergoeding toe te kennen van € 437,- (overeenkomend met 1 punt). Tevens verzocht het bureau om vergoeding van de taxatiekosten, zijnde € 327,25 (incl. btw).

Wat vergoedde de gemeente?

Taxatiekosten vergoed? Naar aanleiding van het bezwaarschrift schakelde ook de gemeente een taxateur in. Deze waardeerde de woning eveneens op € 169.000,-. Hierop werd de man in het gelijk gesteld en geeft de gemeente voor de beroepsmatig verleende bijstand een vergoeding van € 218,-. De taxatiekosten vergoedde de gemeente niet, omdat dit niet overeenkomt met het betreffende beleid aangaande proceskostenvergoedingen.

Onderbouwing gemeente. De man was het niet eens met de proceskostenvergoeding en stapte naar de rechter. De gemeente onderbouwde haar stelling wat betreft de taxatiekosten met het door het bureau gehanteerde zogenaamde ‘no cure, no pay’ beginsel. Dit betekende dat de man de factuur van de taxatiekosten pas aan het bureau hoefde te betalen op het moment van ontvangst van de kostenvergoeding hiervoor. Daarnaast hoefde de man niet meer te betalen dan hij aan vergoeding zou ontvangen.

Toch proceskostenvergoeding

Ondanks betalingsafspraak. De Rechtbank Breda (nr. 10/111) heeft nu beslist dat de door de man gemaakte afspraak over de wijze van betaling van de taxatiekosten, niet inhield dat de man geen proceskosten maakte in de zin van de wet.

Ook een ander argument van de gemeente dat het taxatierapport overbodig zou zijn, snijdt volgens de rechter geen hout. Zeker nu de gemeente de hertaxatie volgde, kon worden afgeleid dat de kosten redelijkerwijs in verband met het bezwaar waren gemaakt.

Ook was het taxatierapport degelijk en opgesteld door een onafhankelijke deskundige. Uiteindelijk kreeg de man een (standaard)vergoeding voor de bezwaar- en beroepsfase, namelijk € 218,- respectievelijk € 437,-.

Verder kende de Rechtbank ter vergoeding van de taxatiekosten € 275,- toe (excl. btw). De rechter hield hierbij rekening met een standaard uurtarief en een in redelijkheid door de taxateur gemaakt aantal uren.

Voorwaarde voor een proceskostenvergoeding is dat u zich in een bezwaar- en/of beroepsprocedure laat bijstaan door een deskundige. Het feit dat u uw adviseur pas op het moment van ontvangst en voor zover u een vergoeding krijgt, hoeft te betalen, is geen beletsel voor uw recht op een proceskostenvergoeding.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01