LOONHEFFING - 23.11.2010

De werkkostenregeling, nog meer uitzonderingen

In de nieuwe werkkostenregeling komen naast de gerichte vrijstellingen nog twee kostencategorieën die belastingvrij mogen worden vergoed. Dit zijn de zogenaamde ‘intermediaire’ kosten en de nihil-waarderingen.

Intermediaire kosten

Intermediaire kosten zijn kosten die een werknemer voor zijn werkgever, en vaak op initiatief van de werkgever, betaalt.

Privé voorschieten. Gedacht kan worden aan de werknemer die boodschappen doet voor kantoor en de kosten privé voorschiet.

Ter beschikking gestelde zaken. Ook kosten die worden gemaakt voor zaken die u als werkgever aan uw werknemer ter beschikking heeft gesteld, vallen hieronder, zoals de parkeer-, brandstof- en waskosten voor de auto van de zaak.

Zakelijk diner. Een ander voorbeeld is als een werknemer gaat dineren met klanten. De kosten van het diner van de klanten vallen dan onder de intermediaire kosten.

Het begrip ‘intermediaire kosten’ is in de wetgeving niet uitgewerkt en kan tot discussie leiden. De belangrijkste vraag die gesteld moet worden is of de werknemer kosten heeft gemaakt die ten goede komen aan de werkgever of zaken van de werkgever of die behoren tot de bedrijfsvoering.

Nihil-waarderingen

Duidelijker zijn kosten die een nihil-waardering kennen. Deze zijn vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit. Als er sprake is van een nihil-waardering, dan is er dus wel sprake van een voordeel, maar aan dit voordeel wordt geen waarde toegekend. Hierbij gaat om de volgende posten.

Voorzieningen op de werkplek. Hieronder vallen de koffieautomaat op een kantoor en bijvoorbeeld ook het in de pauze voor privéredenen gebruiken van internet.

Bedrijfsfitness valt hier ook onder als de fitnesslocatie op de werkplek is. Bedrijfsfitness op de sportschool valt onder de vrije ruimte van 1,4%.

Ook voorzieningen die voortvloeien uit de Arbowet vallen onder de nihil-waarderingen.

Kleding. Voorwaarde is dat de kleding is voorzien van een logo (70 cm2) of dat de kleding achterblijft op de werkplek. Ook werkspecifieke kleding valt hieronder, zoals bepaalde uniformen.

Consumpties. Voorwaarde is dat deze geen deel uitmaken van een maaltijd, denk bijvoorbeeld aan koffie, thee of een gebakje tijdens het werk.

Hulpmiddelen. Het gaat dan om computers, gereedschap en soortgelijke apparatuur die ook op een andere plaats dan de werkplek kunnen worden gebruikt, mits deze voor ten minste 90% zakelijk worden gebruikt. Hiermee wordt voor computers de regeling voortgezet zoals deze was na afschaffing van pc-privéregeling.

Mobiele communicatiemiddelen. Mobiele telefoons, BlackBerrys, etc, hebben ook een waarde van € 0,-, mits ze voor minstens 10% zakelijk worden gebruikt. Computers worden wederom expliciet uitgezonderd, hoewel het verschil tussen een telefoon en kleine computer bij de meest moderne telefoons bijna niet meer te zien is.

OV- en voordeelurenkaarten. Voorwaarde is dat deze ook zakelijk worden gebruikt.

Renteloze lening. Het rentevoordeel op een renteloze lening wordt op nihil gewaardeerd mits de rente op de lening als eigenwoningrente in box 1 aftrekbaar zou zijn of als er een ‘zakelijke’ (elektrische) fiets voor wordt gekocht.

Let op. Kerstpakketten en personeelsuitjes worden normaal gewaardeerd en vallen binnen de vrije ruimte 1,4%.

Hoewel de 1,4% vrije ruimte snel gevuld is, gelden er toch enkele uitzonderingen die vrij verstrekt kunnen worden. Het kan lonen om te zoeken naar een ‘inruil’ van vergoedingen tegen vrijgestelde vergoedingen of nihil-waarderingen. Intermediaire kosten lenen zich hier minder voor.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01