Ligboxenstal naar box 3, voor welke waarde?
Als u uw bedrijf beëindigt en uw ligboxenstal wordt privévermogen, dan betaalt u belasting over de meerwaarde. Over welke meerwaarde eigenlijk?
Staking. Als u uw ligboxenstal na de beëindiging van uw bedrijf behoudt, gaat deze van uw fiscale bedrijfsvermogen naar uw fiscale privévermogen in box 3 (of box 1 als hij deel gaat uitmaken van uw eigen woning). Dat gaat echter niet zonder belastingheffing over het verschil tussen de actuele waarde van de stal en de fiscale balanswaarde. Voor de bedrijfswoning (die van bedrijfs- naar privévermogen gaat) waarin u blijft wonen geldt dat u deze mag afwaarderen tot de waarde in bewoonde staat. Maar hoe zit dat met de stal?
Waarde bewoond. Voor de waarde bewoond geldt de volgende staffel, die afhangt van de leeftijd van jongste van u en uw partner op het moment van de bedrijfsbeëindiging.
- Jongste partner is jonger dan 61: 65% van de vrije verkoopwaarde.
- Jongste partner is 61 t/m 69 jaar: 65% van de vrije verkoopwaarde + 1% voor elk jaar boven de 60.
- Jongste partner is ouder dan 69: 75% van de vrije verkoopwaarde.
Voorbeeld. Vrije verkoopwaarde woning € 200.000,-. Leeftijd jongste partner 67 jaar. Fiscale balanswaarde € 64.000,-.
Waarde in bewoonde staat € 200.000,- x (65% + 7% =) 72% | € 144.000,- |
Af: fiscale balanswaarde | € 64.000,- |
Fiscale boekwinst | € 80.000,- |
Als u de belasting over de boekwinst niet direct kunt betalen, kunt u tien jaar rentedragend uitstel van betaling krijgen.
Niet voor de stal? Deze lagere waardering geldt voor de woning en voor de bedrijfsgebouwen die op het moment van bedrijfsbeëindiging min of meer duurzaam voor woondoeleinden worden gebruikt.
Belastingrechter in Leeuwarden. Een ligboxenstal wordt in de regel niet voor woondoeleinden gebruikt. Zo besliste onlangs de belastingrechter in Leeuwarden (LJN: BV9738) bij een landbouwer die in 2007 zijn bedrijf staakte en woning en ligboxenstal naar privé haalde.
De stal lag op 40 meter van de woning en werd niet voor woondoeleinden gebruikt. De stal was ook geen aanhorigheid van de woning en was afzonderlijk verhuurbaar en verkoopbaar. De stal mocht daarom niet worden afgewaardeerd tot de waarde in bewoonde staat. De woning wel.