Minder werken na ouderschapsverlof
Wetswijziging. Afgelopen maart is de Eerste Kamer akkoord gegaan met een wijziging van de Wet arbeid en zorg en de Arbeidstijdenwet. Dit was nodig door nieuwe Europese regelgeving over ouderschapsverlof.
Geen benadeling werknemers. In het Burgerlijk Wetboek is ontslagbescherming opgenomen voor werknemers die ouderschapsverlof opnemen. In de praktijk blijkt echter dat werknemers die langere tijd afwezig zijn geweest als gevolg van het ouderschapsverlof, anders worden behandeld dan hun collega’s die geen ouderschapsverlof opnamen. Zo komt het voor dat zij kort na het verlof geen vakantiedagen mogen opnemen.
Wet arbeid en zorg. Vanaf 12 april is nu in de Wet arbeid en zorg een nieuw artikel (6:1a) opgenomen. Dit artikel regelt dat een werknemer die ouderschapsverlof opneemt of wil opnemen, daardoor niet benadeeld mag worden ten opzichte van andere werknemers.
Ander patroon. Een werknemer die langer dan één jaar in dienst is, kan een verzoek indienen om zijn arbeidsduur en -patroon aan te passen. Nieuw is nu dat de werknemer ná zijn ouderschapsverlof kan vragen op andere tijden te gaan werken (zijn patroon aan te passen).
Extra mogelijkheid. Door de wetswijziging krijgt de werknemer een exÂÂtra mogelijkheid om zijn arbeidspatroon aan te passen. Dit moet hem de mogelijkheid geven om de overgang tussen het ouderschapsverlof en zijn normale arbeidspatroon soepeler te laten verlopen. Wat is er nieuw?
- De werknemer kan verzoeken het arbeidspatroon voor de periode ná het ouderschapsverlof aan te passen.
- Hij kan vragen het arbeidspatroon voor een bepaalde periode aan te passen, bijvoorbeeld voor Ă©Ă©n jaar, maar ook permanent.
- Hij moet dit verzoek drie maanden voor de afloop van het ouderschapsverlof schriftelijk indienen.
- Als werkgever moet u uiterlijk vier weken vóórdat het ouderschapsverlof afloopt, beslissen. Let op. Weigeren kan alleen als u daarvoor een zwaarwegend bedrijfsbelang, zoals een roosterprobleem, heeft.