Zelfstandig of schijnzelfstandig?
Controle op schijnzelfstandigheid. Het aantal zelfstandigen is gegroeid tot bijna 900.000. Zij werken steeds vaker voor slechts één opdrachtgever of keren als zzp’er terug bij hun oude baas. In het sociaal akkoord van april is afgesproken deze schijnzelfstandigheid aan te pakken, o.a. om te voorkomen dat zzp’ers voor minder dan het minimumloon werken. Stel dat u na een controle uw status van ‘ondernemer’ moet inleveren (bijvoorbeeld als uw VAR-wuo wordt ingetrokken). Grote kans dat uw opdrachtgevers dan iemand anders zullen zoeken.
Onduidelijk. Wat is dat nu eigenlijk, die ‘zelfstandigheid’? Minstens drie opdrachtgevers? Inschrijving in het Handelsregister? Een btw-nummer hebben? Of gewoon je eigen broek kunnen ophouden? Dit is inderdaad allemaal belangrijk. Lees verder!
Niet in loondienst en niet afhankelijk. Iemand is in het spraakgebruik ‘zelfstandig’ als hij niet in loondienst is of onafhankelijk is. Elke ondernemer is echter min of meer afhankelijk van opdrachtgevers. Dit maakt het soms moeilijk om vast te stellen of iemand een zelfstandige is.
Voldoen aan toets fiscus. De regel dat men ten minste drie opdrachtgevers (en dan liefst niet slechts 1 grote die meer dan 70% van de tijd kost, en 2 hele kleintjes) nodig heeft om zelfstandige te zijn, is een praktische toets van de fiscus bij de beoordeling van de zelfstandigheid. Daarmee staat u dus 1-0 voor. Zelfstandigheid is echter een rekbaar begrip.
Op 7 punten nog sterker staan. U staat als zzp’er fiscaal sterker als u: 1. meerdere opdrachtgevers heeft, 2. een goede urenregistratie bijhoudt voor uw bedrijf, 3. eigen materiaal/gereedschap inzet, 4. debiteurenrisico loopt, 5. staat ingeschreven in het Handelsregister, 6. actief aan acquisitie doet, 7. onder duidelijk andere condities werkt dan het personeel van uw opdrachtgever. Let op. De fiscus is vooral alert op werknemers die na ontslag als zzp’er ingehuurd worden door hun ex-baas. Dan moet u echt kunnen aantonen wat er wezenlijk veranderd is in de arbeidsrelatie.