Komt er in 2016 toch nog een spaargeld-BV?
De huidige regels
Belast in box 3. Het inkomen uit sparen en beleggen wordt in box 3 belast. Daarbij wordt niet uitgegaan van het behaalde rendement, maar van een verondersteld forfaitair rendement van 4% over het vermogen op 1 januari. Dit rendement wordt belast tegen 30%. Dit betekent 1,2% belasting over de waarde van het vermogen na aftrek van € 24.437,- heffingsvrij vermogen.
Achteruitgang. Bij een rentevergoeding van 1% boert u dus jaarlijks achteruit, en dan houden we nog niet eens rekening met inflatie.
Wat verandert er met ingang van 2017
Drie schijven. Per 1 januari 2017 is het forfaitaire rendement in box 3 afhankelijk van de omvang van het vermogen. Er komen drie schijven, met elk een eigen forfaitair rendement dat jaarlijks opnieuw wordt bezien. In de eerste schijf wordt het heffingsvrij vermogen van € 25.000,- in aanmerking genomen.
Vermogen | Forfaitair rendement | Jaarlijkse heffing |
≤ € 25.000,- | 0% | 0% |
€ 25.001,- t/m € 100.000,- | 2,9% (nu: 4%) | 0,87% (nu: 1,2%) |
€ 100.001,- t/m € 1.000.000,- | 4,7% (nu: 4%) | 1,41% (nu: 1,2%) |
≥ € 1.000.001,- | 5,5% (nu: 4%) | 1,65% (nu: 1,2%) |
Vooruitgang? Uit berekeningen blijkt dat particulieren met een box 3-vermogen tot € 221.000,- per persoon, na de wijziging minder belasting gaan betalen dan in de huidige situatie. Maar particulieren met een groter vermogen zullen juist duurder uit zijn. Voor deze groep kan een spaargeld-BV een goed alternatief zijn.
Spaargeld-BV als alternatief?
Vennootschapsbelasting. In plaats van spaargeld aanhouden, kunt u uw geld ook in een spaargeld-BV stoppen. U stort dan op de aandelen van uw eigen BV. Het rendement dat de BV op het vermogen maakt, is belast met vennootschapsbelasting tegen een tarief van maximaal 25%.
Inkomstenbelasting. Bij een dividenduitkering is een aanmerkelijkbelangheffing in box 2 van 25% verschuldigd. De gecombineerde belastingdruk over het rendement is maximaal 43,75%. Tip. Houd er rekening mee dat het oprichten en het aanhouden van een BV kosten met zich meebrengt.
Een voorbeeldberekening
U heeft € 1.500.000,- aan banktegoeden en beleggingen in box 3. Hierop ‘maakt’ u een rendement van 1%. U stort dit vermogen als kapitaal in een BV die op dit vermogen eveneens 1% rendement maakt.
Oprichten spaargeld-BV
Rendement BV | € 15.000,- |
Vennootschapsbelasting (25%) | € 3.750,- |
Beschikbaar als dividend | € 11.250,- |
Inkomstenbelasting in box 2 (25%) | € 2.812,50 |
Nettorendement | € 8.437,50 |
Aanhouden als spaargeld
Rendement | € 15.000,- |
Belasting in box 3 *) | € 21.592,50 |
Nettorendement | € 6.592,50 |
*) 0,87% x € 75.000,- + 1,41% x € 900.000,- + 1,65% x € 500.000,- = € 21.592,50
Tip. Bij een vermogen van € 1.500.000,- ligt het omslagpunt bij een rendement van 3,29%.