WINST UIT ONDERNEMING - 28.10.2020

To absorp, or not ...

Lastig hoor, u bent al zo druk bezig met van alles en nog wat, zegt de inspecteur dat u geen bedrijf meer heeft, omdat er geen sprake is van een objectieve winstverwachting.

Geen onderneming Een kunstenaar/grafisch vormgever ontvangt flinke belastingaanslagen over 2015 en 2016, omdat de inspecteur ervan uitgaat dat hij geen onderneming meer drijft, omdat er qua onderneming geld bij moet. De kunstenaar is al een flink aantal jaren bezig, maar in 2015 heeft hij € 8.209 aan kosten zonder dat daar een opbrengst tegenover staat. In het belastingjaar 2016 zijn de kosten € 6.857 en bedraagt de opbrengst van zijn kunst € 3.010. Hoewel de inspecteur niet alle kosten accepteert, hoeft men geen boekhouder te zijn om te zien dat hier geld bij moet. In 2017 en 2018 schijnt het niet veel beter te zijn, maar volgens onze grafisch kunstenaar zijn de vooruitzichten in latere jaren beter.

Winstverwachting Met andere woorden: de kunstenaar stelt dat er in latere jaren winst te verwachten valt. Dat de kunstenaar dit zelf vindt (de subjectieve winstverwachting), gelooft de inspecteur wel. Dat dit ook objectief te verwachten valt, is een ander verhaal. Het komt dus tot een rechtszaak waarin de rechter zijn oordeel over deze objectieve winstverwachting mag geven.

Wanneer objectief winst te verwachten?

Voor een antwoord op de vraag of er een objectieve winstverwachting is in deze casus, onderzoekt de rechter of men kan voorzien dat de verrichte werkzaamheden blijvend verliesgevend zijn of dat men redelijkerwijs kan verwachten dat zij in de toekomst wel positieve opbrengsten gaan opleveren. Richtinggevend zijn twee arresten van de Hoge Raad (ecli:nl:hr:2002:ad8763/ecli:nl:hr:2005:ar6821) . De rechter moet deze vraag beantwoorden door te kijken naar de feiten en omstandigheden van de jaren waarover het gaat, maar gebeurtenissen uit de jaren daarna kunnen wel een licht werpen op de gebeurtenissen in (in dit geval) 2015 en 2016 (ecli:nl:hr:2011:bp5707) .

Absorptie? In deze zaak zag de rechter de toekomst van het bedrijf niet zo rooskleurig in. De kunstzinnige ondernemer (of waarschijnlijk zijn adviseur) bedacht op het laatste moment een creatieve oplossing door te wijzen op de absorptiewinstgedachte. Dit wil zeggen dat men andere werkzaamheden (zoals een baan) laat absorberen door de onderneming. Omdat hij ook als docent op een pedagogische school werkte, komt het plaatje er na absorptie van die inkomsten (ruimschoots meer dan € 26.000 per jaar) er compleet anders uit te zien. De rechter wil hier eigenlijk niet op ingaan, omdat de stelling te laat is ingebracht, maar gaat er toch even kort op in. De rechter wijst erop dat voor absorptie niet alleen vereist is dat de werkzaamheden in elkaars verlengde liggen, maar dat ook vereist is dat de werkzaamheden in dienstbetrekking ‘in het geheel van de ondernemersactiviteiten’ een ondergeschikte plaats innemen. Kortom: vergeet het maar!

bz-advies

Bij een discussie over de objectieve winstverwachting is het verstandig om de toekomstige ontwikkelingen erbij te betrekken. Niet alleen de winst die er mogelijk in de toekomst wordt behaald, maar bijv. ook branchevoorspellingen van banken of andere instellingen. De inspecteur heeft het voordeel dat er tegen de tijd dat de aanslag opgelegd moet worden, al iets meer tijd verstreken is. Een rechter heeft een nog beter overzicht door het tijdsverloop tot het moment van de zitting. Als adviseur heeft men die voordelen in eerste instantie niet.

Tot slot

Wat in deze zaak overigens niet helemaal duidelijk is, is het volgende: de kunstenaar/grafisch vormgever heeft niet alleen een onderneming als kunstenaar (het bedrijf waar het hier om gaat), maar ook een bedrijf als grafisch vormgever voor een theater. Met dit laatste bedrijf maakt hij wel winst, respectievelijk € 14.787 en € 28.450. Er zal ongetwijfeld een reden zijn geweest waarom deze bedrijven niet samen als een onderneming worden aangemerkt, maar dat is niet uit de stukken te halen.

Om blijvend te kunnen profiteren van de ondernemersfaciliteiten, moeten tegenover de in de onderneming gemaakte kosten wel baten staan. Dit kan eventueel worden opgevangen door het loon voor de in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden, die in het verlengde van de onderneming moeten liggen, te absorberen in de onderneming. Maar alleen als die werkzaamheden een ondergeschikte plaats innemen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01