Het belang van het opstellen van een verklaring van erfrecht
Verklaring van erfrecht. Een verklaring van erfrecht is een notariële akte waaruit blijkt wie de erfgenamen van de overledene zijn en wie er bevoegd is om de nalatenschap af te wikkelen (de executeur). Instanties weten namelijk niet wie de erfgenamen van de overledene zijn. Zij weten niet of de overledene een testament heeft opgesteld, laat staan wat de inhoud daarvan is. Deze instanties doen daarom pas op de plaats, totdat er duidelijkheid is ontstaan over het erfgenaamschap. De kosten voor het opstellen van een verklaring van erfrecht liggen tussen de € 300 en € 1.000, inclusief btw.
Wat speelde er bij de rechter?
Geen belanghebbende. Een kind van de overledene heeft bij Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2024:3935) beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar tegen een aanslag OZB. De belastingaanslag is opgelegd aan de erven van de overledene. De beslissing op bezwaar is gericht aan Eddy. De rechtbank begrijpt uit dit besluit dat Eddy een van de erven is. De rechtbank stelt dan ook vast dat het beroep is ingesteld door iemand aan wie de aanslag niet is gericht. Eddy is daarom niet aan te merken als belanghebbende.
Oordeel rechtbank
Geen verklaring van erfrecht. De heffingsambtenaar van de gemeente veronderstelde dat Eddy een van de erven is. De rechtbank heeft Eddy gevraagd om binnen vier weken een verklaring van erfrecht over te leggen. In deze brief is meegedeeld dat indien er niet wordt voldaan aan hetgeen is verzocht, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren. Eddy heeft daar op gereageerd en aangegeven dat er geen verklaring van erfrecht is opgemaakt. De rechtbank heeft toen nogmaals verzocht om een verklaring van erfrecht of een document waaruit blijkt wie de erven zijn en of Eddy namens hen samen mag optreden. Maar deze stukken zijn niet door Eddy aangeleverd.
Beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank stelt vast dat niet is gebleken dat Eddy namens de erven als gemachtigde is opgetreden. Het enkele feit dat Eddy een kind is van de overledene, is onvoldoende om vast te stellen dat Eddy dus ook een van de erven is. Het beroep is niet-ontvankelijk, omdat dit is ingesteld door iemand aan wie de aanslag niet is gericht en omdat niet is gebleken dat Eddy namens de erven is opgetreden. Nu het beroep niet-ontvankelijk is, komt de rechtbank aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak niet toe.