PERSONEEL - 29.10.2010

Kan buitenlandse seizoensarbeid nu goedkoper?

In de agrarische sector werken veel buitenlandse seizoensmedewerkers. Deze maken extra kosten (bijv. voor tijdelijke woonruimte, reizen naar het thuisfront). Nu zijn er afspraken gemaakt over onbelaste vergoedingen. Hoe werkt dat?

Nieuwe mogelijkheden

LTO Nederland heeft met de Belastingdienst voor leden van LTO Noord, ZLTO, LLTB en de aangesloten vaktechnische organisaties collectieve afspraken gemaakt over de inzet van buitenlandse seizoenswerkers waarmee zowel de betrokken medewerkers en de werkgever voordeel mee kunnen behalen. De kosten voor seizoensarbeid gaan voor de werkgever omlaag en de seizoenswerker krijgt een hoger nettoloon. De kern van de regeling is dat het brutoloon van de overuren door middel van een zogenaamd cafetariamodel wordt ingeruild voor een onbelaste vergoeding.

Werkgeversvoordeel. Het voordeel voor de werkgever is dat over de overuren geen werkgeverspremies verschuldigd zijn en dat er geen individuele afspraken met de Belastingdienst gemaakt hoeven te worden.

De uitruil van looncomponenten zal wel extra tijd kosten om te verwerken in de salarisadministratie. De kostenverhouding tussen werken via een uitzendbureau en het zelf mensen in dienst nemen verschuift meer in de richting van zelf in dienst nemen.

Werknemersvoordeel. Het voordeel voor de werknemer is dat hij door de uitruil een hoger nettoloon krijgt. Dit komt door het vervallen van de inhoudingen.

Meer over de regeling

De regeling geldt alleen voor de aangesloten leden van LTO Noord, ZLTO, LLTB en de aangesloten vaktechnische organisaties en geldt voor werknemers die in dienst zijn bij de agrarische ondernemer voor het verrichten van seizoensarbeid en mag maximaal 9 maanden per werknemer beslaan. Deze periode mag in meerdere perioden worden opgeknipt. De toepassing van het cafetariamodel is alleen van toepassing op de door de werknemer gemaakte overuren. De basis blijft dat de seizoensmedewerker 38 uur tegen het cao-weekloon uitbetaald krijgt. Wanneer de medewerker meer uren werkt, mag hij de brutovergoeding inruilen voor een nettovergoeding.

Voor de uitruil van het bruto-overwerkloon naar de nettovergoeding zijn de volgende forfaitaire (vaste kostenaftrekbedragen) afspraken gemaakt:

  • voor huisvestingskosten kan als norm € 50,- per week worden aangehouden mits de huisvesting voldoet aan de door LTO vastgestelde normen. De werkgever moet voor deze vergoeding beschikken over een verklaring van dubbele huisvesting van de werknemer. Er is bijv. geen sprake van dubbele huisvesting als de medewerker in het thuisland nog bij zijn ouders woont.
  • Voor de reiskosten naar de woonplaats in land van herkomst/plaats werkzaamheden kan een inruil plaatsvinden van € 0,15 per kilometer. Dit bedrag is lager dan de standaard reiskostenvergoeding omdat er regelmatig met meerdere werknemers naar huis wordt gereisd. Daarbij is als uitgangspunt dat een werknemer hoogstens éénmaal per drie maanden naar huis reist.
  • Voor de overige kosten zoals het contact houden met het thuisfront mag een vast bedrag van € 5,- per dag worden ingeruild. De afspraken van deze cafetariaregeling moeten worden vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Deze arbeidsovereenkomsten zijn bijvoorbeeld verkrijgbaar bij de werkgeverslijn van LTO Noord.
LTO Nederland heeft becijferd dat tot 5% op de loonkosten van seizoenswerkers kan worden bespaard door overuren in te ruilen voor onbelaste vergoedingen. De afgesproken regeling kan maximaal 9 maanden per kalenderjaar worden toegepast.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01