HUWELIJKSRECHT - 31.10.2013

Ondanks huwelijkse voorwaarden tóch risico?

Huwelijkse voorwaarden zijn ervoor om het vermogen (huis, enz.) van de ene echtgenoot af te schermen voor de schuldeisers van de andere echtgenoot/ondernemer. Dit gaat niet altijd op! Wat heeft de rechter beslist? Remedie?

Huwelijkse voorwaarden. Een collega-ondernemer is getrouwd op huwelijkse voorwaarden. Dat heeft hij gedaan om zijn gezin te beschermen tegen een mogelijk faillissement. Het woonhuis staat daarom op naam van zijn vrouw.

Appartement. Voordat ze gingen trouwen, had zij een eigen appartement. Tijdens het huwelijk heeft ze dit verkocht. Met de overwaarde heeft ze daarna de echtelijke woning aangekocht. Voor het restant van de koopprijs is een hypotheek opgenomen. Zowel de man als de vrouw zijn tegenover de bank hoofdelijk aansprakelijk voor de schuld. Het huis komt echter uitsluitend op naam van de vrouw te staan.

Onderneming van collega failliet

Wat met het woonhuis? Enkele jaren later gaat de onderneming van de man failliet. Zijn privévermogen wordt opgeëist (‘uitgewonnen’) om daarvan de schulden te betalen. Dat blijkt niet genoeg te zijn. Dus stapt de curator naar de rechter met de eis te verklaren dat het woonhuis tot het gemeenschappelijk vermogen van de man en de vrouw behoort.

In de failliete boedel? Zo zou het huis in de failliete boedel vallen en het kan dan worden verkocht om de resterende schuld van de man af te betalen. De beide echtgenoten gaan daar niet mee akkoord. Het woonhuis is door de vrouw aangekocht en ook bij het Kadaster staat de woning alleen op haar naam. Ze zijn toch niet voor niets op huwelijkse voorwaarden getrouwd?

Eigendom niet genoeg. De rechter stelt vast dat zowel uit de akte van overdracht als uit de inschrijving bij het Kadaster blijkt dat de vrouw de enige eigenaar is van het woonhuis. Juridisch gezien ligt de eigendom van het woonhuis daarmee vast.

Dat is niet genoeg! Sinds 2012 zegt de Faillissementswet echter dat de niet-failliete echtgenoot die het huis (of een ander vermogensbestanddeel!) op naam heeft staan, moet bewijzen dat hij of zij ook daadwerkelijk mistens de helft van de financiering uit eigen middelen heeft betaald.

Wie betaalde de rente en de aflossing?

Met schriftelijk bewijs. Dus moet de vrouw bewijzen dat ze de rente en de aflossingen van de hypotheekschuld voor meer dan de helft uit haar privévermogen heeft voldaan. Volgens de wet kan dat alleen maar met schriftelijk bewijsmateriaal (bankafschriften!). Ander bewijs, zoals getuigenverklaringen, is niet toegestaan.

Helaas voor de beide echtgenoten slaagt de vrouw niet in dat bewijs. Door de jaren heen zijn de rente en de aflossingen namelijk voldaan via de gemeenschappelijke rekening van de man en de vrouw. Dat weegt niet op tegen het bedrag aan ‘eigen geld’ dat de vrouw in de woning heeft gestoken.

Wat is er beslist? De rechter oordeelt dus dat de woning in de failliete boedel valt, óndanks het feit dat het pand alleen op naam van de vrouw staat (23.07.2013, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, GHARL:2013:5346)! Het gezin van de ondernemer moet de woning op zo kort mogelijke termijn ontruimen. Met de verkoopopbrengst zal de curator in de eerste plaats de schuld aan de bank aflossen. Het restant kan hij gebruiken om vorderingen van de schuldeisers van de failliete ondernemer te voldoen. De huwelijkse voorwaarden hielpen hier dus weinig of niets!

Zorg bij huwelijkse voorwaarden dat de echtgenoot op wiens naam het huis staat, kan aantonen dat meer dan de helft van de financiering uit eigen middelen is voldaan. Zorg voor schriftelijk bewijs (bijv. bankafschriften), want alleen dat telt. Zo blijft het huis juridisch sterk buiten het bereik van (faillissements)schuldeisers!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01