ADMINISTRATIE - 31.03.2022

Rechter moest onderzoek doen

Bewijs In deze casus gaat het om een btw-ondernemer die btw in vooraftrek wil brengen. Nu weet u ongetwijfeld dat men in zo’n geval de onderliggende stukken (de facturen) moet kunnen laten zien wanneer de inspecteur daarom vraagt en dat men aannemelijk moet maken dat het inderdaad om zakelijke uitgaven gaat. Nu komt iedereen in zijn praktijk weleens iemand tegen die niet alle stukken heeft bewaard. Dat de inspecteur hier geen genoegen mee neemt, kunt u zich vast wel voorstellen. De onderneemster tekent bezwaar aan tegen de correctie van de inspecteur en gaat - na afwijzing daarvan - in beroep bij de rechter en komt uiteindelijk zelfs bij de Hoge Raad terecht.

Diefstal De stelling van de onderneemster dat de ontbrekende stukken gestolen zijn, maakt bij de diverse rechters geen indruk. Dit omdat de diefstal plaats heeft gevonden in het begin van het tijdvak en dus sowieso niet verklaart waarom er facturen van na de diefstaldatum ontbreken.

Originele facturen Haar andere stelling is voor de praktijk interessanter: uit de diverse uitspraken is namelijk af te leiden dat de onderneemster aangeeft dat zij deze naar de Belastingdienst heeft gezonden. Blijkbaar zijn dat de originelen geweest en heeft zij geen kopie of scan daarvan bewaard. De diverse rechters geven aan dat dat haar probleem is: zij is zelf verantwoordelijk voor het bewaren van de stukken. Omdat het om een aftrekpost gaat (de vooraftrek van de btw), is de onderneemster degene die de aftrekposten aannemelijk moet maken en zonder bewijs is dat meestal niet goed mogelijk, ook niet wanneer men - zoals in dit geval - wel de betaling van deze facturen kan onderbouwen door middel van de bankafschriften. Op het eerste gezicht lijkt er dan ook weinig hoop voor de onderneemster.

Hoge Raad In zijn arrest geeft de Hoge Raad (ecli:nl:hr:2022:278) haar echter een sprankje hoop: omdat de onderneemster heeft aangegeven dat zij de facturen naar de Belastingdienst heeft verzonden, had de inspecteur daar op zijn minst naar op zoek kunnen gaan. Nu de rechters al uitspraak hebben gedaan voordat men zeker wist dat de inspecteur deze stukken niet in bezit had of niet terug kan vinden, is men wat te hard van stapel gelopen volgens de Hoge Raad. De rechter had uit zichzelf moeten nagaan of er nog andere mogelijkheden waren. Een andere rechter moet nu opnieuw naar deze zaak kijken.

bz-advies

Heeft men te maken met een klant die niet beschikt over alle stukken, vraag dan aan de inspecteur of deze eventueel nog de beschikking heeft over enig bewijsmateriaal. Ligt de zaak inmiddels al bij de rechter, verwijs dan naar dit arrest. Wie weet kan men op deze manier toch nog bewijsmateriaal boven tafel halen.