Maak bezwaar tegen box 3-heffing!
Aanslagen over 2021 en 2022 De koepelorganisaties NOB, RB, SRA en NOAB constateren dat de Belastingdienst bij spaarders over 2021 inkomen uit sparen en beleggen in aanmerking neemt. Naar verwachting zal dat over 2022 hetzelfde zijn. Bij het vaststellen van de aanslag berekent de inspecteur het belastbare voordeel uit sparen en beleggen volgens de wettelijke regels van voor het rechtsherstel en volgens de forfaitaire spaarvariant. Vaak zal de forfaitaire spaarvariant leiden tot een lager voordeel. Mocht echter het voordeel onder de forfaitaire spaarvariant hoger zijn, dan moet de inspecteur het voordeel berekenen volgens de regels van voor het rechtsherstel. Dit gebeurt automatisch.
Wettelijk rechtsherstel is soms niet voldoende In enkele zaken blijkt echter dat het wettelijke rechtsherstel niet altijd voldoende is. Zo heeft Rechtbank Den Haag (ecli:nl:rbdha:2022:13425) geoordeeld dat het werken met de forfaitaire spaarvariant in deze zaak onvoldoende rechtsherstel biedt. De rechtbank heeft het rendementspercentage vastgesteld aan de hand van het werkelijke rendement. In een andere zaak, die zag op het jaar 2018, heeft Hof Arnhem-Leeuwarden (ecli:nl:gharl:2023:138) geoordeeld dat de fiscus een te hoog forfaitair rendement hanteert voor het aandeel in de reserve van een Vereniging van Eigenaars (VvE). De Wet rechtsherstel box 3 rekent zo’n aandeel tot de overige bezittingen, waarvoor een hoog rendement geldt. Maar het hof past het lage forfaitaire rendement van spaargelden toe op het aandeel in de reserves van de VvE. Door dit soort zaken is het de verwachting dat er nog veel procedures tegen de vermogensrendementsheffing volgen.
bz-advies
Ook de verdeling bij fiscaal partners is iets om in de gaten te houden. Deze kan bij toepassing van de spaarvariant minder gunstig uitpakken dan bij de oorspronkelijke regelgeving, waarop de aangifte 2021 waarschijnlijk is gebaseerd.
Overleg over procedure massaal bezwaar De koepelorganisaties voeren overleg met het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst om te zien of voor deze bezwaren een aanwijzing massaal bezwaar mogelijk is. Hierbij luidt de inhoudelijke vraag of de wetgever met de forfaitaire spaarvariant het begrip ‘werkelijk behaald rendement’ van het Kerstarrest juist invult. Belastingplichtigen hoeven dan na een aanwijzing niet meer individueel in bezwaar te gaan. Vooralsnog heeft het Ministerie van Financiën dit nog niet toegezegd. Het is daarom nog steeds aan te raden om individueel in bezwaar te gaan, aldus de koepelorganisaties.