BESLOTEN VENNOOTSCHAP - 20.10.2005

De lol van de levensloopregeling in cijfers

De levensloopregeling

Deelname aan de levensloopregeling houdt in dat men jaarlijks een gedeelte van het brutoloon (maximaal 12%) op een aparte spaarrekening stort. Dit geld kan dan gebruikt worden om het loon door te betalen wanneer de werknemer be­­sluit zijn verlof op te nemen. De werknemer kan dit verlof bijvoorbeeld gebruiken voor een sabbatical-leave of voor zorgverlof.

Let op. De levensloopregeling wordt een voor werknemers afdwingbaar recht. Als de werknemer hieraan wil deelnemen, moet de werkgever deze mogelijkheid bieden.

Het opnemen van verlof is echter geen afdwingbaar recht; dit zal dus in overleg met de werkgever plaats moeten vinden.

Verlof opnemen. Wanneer een werknemer be­­sluit om verlof op te nemen, maakt de bank/verze­keraar die de spaarrekening beheert tijdens dit ver­lof de opnames over aan de werkgever.

De werk­gever keert dit bedrag dan onder inhouding van de loonheffing vervolgens weer uit aan de werknemer.

Extra voordeel voor de DGA

Verlofsparen kan voor de DGA extra aantrekkelijk zijn. Allereerst is het een goed alternatief voor het af te schaffen prepensioen.

In combinatie met salarisstijging. Daarnaast kan het te sparen bedrag gecompenseerd worden door een salarisstijging. Deze salarisstijging kan een aanzienlijke pensioenlast opleveren voor de B.V. (zie ook de fiscotip in T&A Belastingen, jg. 10, nr. 13, 8-9-2005). We kunnen dit het beste aan de hand van een cijfervoorbeeld laten zien.

Cijfervoorbeeld

Een DGA heeft nu een brutosalaris van € 50.000,-. Hij bouwt bij zijn eigen B.V. pensioen op volgens de eindloonregeling, waarbij hij jaarlijks 2% van zijn salaris opbouwt.

Als hij vanaf 2006 wil gaan deelnemen aan de levensloopregeling, kan hij besluiten zijn salaris te verhogen tot € 56.800,-. Vervolgens spaart hij hiervan jaarlijks 12%, dit is € 6.800,-.

Let op. Dit bedrag moet worden gestort op een aparte levenslooprekening bij een bank of een ver­­zekeraar.

Het loon voor de loonheffing blijft € 50.000,- doordat de levensloopstorting daarop in mindering komt. De deelname aan de levensloopregeling geeft nu dus geen extra belasting.

Extra pensioenlasten. Het fiscale voordeel zit hem in de pensioendotatie. De pensioenopbouw vindt namelijk plaats over het brutosalaris. Door de salarisverhoging van € 6.800,- wordt er meer pensioen opgebouwd. De extra pensioenaanspraak bedraagt € 136,- per jaar (2% x € 6.800,-).

Wanneer de DGA al 20 jaar in dienst is, wordt zijn pensioenaanspraak in 2006 met € 2.720,- verhoogd (dit is 20 x € 136,-). Dit betekent dus dat zijn pensioenuitkering te zijner tijd € 2.720,- hoger is als gevolg van deze salarisstijging.

De extra reservering die de B.V. dit jaar moet doen om de pensioenverplichting af te dekken, is afhankelijk van de leeftijd van de DGA. Maar om een aanspraak van € 2.720,- af te dekken, zullen al snel enkele tienduizenden euro’s gereserveerd moeten worden. Dit is een leuke extra aftrekpost voor de B.V. nu de pensioendotaties de laatste jaren wat tegenvielen als gevolg van aangepaste waarderingsregels en beperkte opbouwmogelijkheden.