Wat nu als in bouwbestek ‘of gelijkwaardig’ (o.g.) staat?
Aanbesteding. Een collega-aannemer heeft ingeschreven op de aanbesteding van een waterschap. Tot de uit te voeren taken behoort het aanleggen van een damwand van enkele kilometers lengte. Volgens het bestek moet daarvoor door de aannemer gebruik worden gemaakt van damwandpanelen met een dikte van 9,5 mm van ‘het type 13 o.g.’. De letters ‘o.g.’ zijn een afkorting van ‘of gelijkwaardig’. Dit betekent dat de aannemer na goedkeuring van de opdrachtgever van andere gelijkwaardige materialen gebruik mag maken.
Vervangen. Nadat de opdracht is gegund, verzoekt de aannemer om de damwandpanelen zoals die zijn voorgeschreven, te vervangen door andere met een dikte van 8,5 mm. Volgens hem zijn die kwalitatief gelijkwaardig aan de voorgeschreven panelen, maar ze zijn een stuk goedkoper.
Hoezo materiaal ‘niet gelijkwaardig’?
Opdrachtgever gaat niet akkoord. De opdrachtgever geeft toe dat de damwandpanelen die de aannemer wil gebruiken, in constructief opzicht even sterk zijn als de voorgeschreven panelen. Maar ze zijn minder duurzaam. Na 50 jaar zouden de reststerkte en de weerstand van die andere panelen aanzienlijk kleiner zijn dan van de voorgeschreven panelen. Volgens de opdrachtgever is er daarom geen sprake van gelijkwaardigheid.
Niet eerlijk? Ook stelt de opdrachtgever dat het niet eerlijk is tegenover de andere inschrijvers van de aanbesteding, als hij nu akkoord zou gaan met de goedkopere panelen. De aannemers hebben ingeschreven op basis van het bestek dat door het waterschap is uitgebracht. Wijziging van het bestek nadat de opdracht is gegund, zou in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel. Het waterschap wil niet het risico lopen dat ze door een andere aannemer die achter het net vist, aansprakelijk kan worden gesteld. Maar de aannemer is het daar niet mee eens. In het bestek staat duidelijk de afkorting ‘o.g.’. Hij vindt dat de opdrachtgever toe moet staan dat hij andere materialen gebruikt, nu hij heeft aangetoond dat die in constructief opzicht gelijkwaardig zijn.
Wat besliste de bouwrechter nu?
Geen discussie! Volgens de rechter mag het toestaan van andere materialen niet leiden tot een ongeoorloofde wijziging van de opdracht. Want zo zouden de belangen van de andere aanbesteders worden geschaad. Alleen als er volstrekt gelijkwaardige materialen zijn, mag de aannemer deze toestaan. Maar dan mag er over de gelijkwaardigheid geen enkele discussie mogelijk zijn.
Niet gelijkwaardig. De rechter beslist dat er in dit geval geen sprake is van twee volledig gelijkwaardige materialen. De panelen die de aannemer wil gebruiken, hebben niet de voorgeschreven dikte van 9,5 mm. Ook snapt de rechter niet waarom dezelfde producent twee verschillende materialen op de markt brengt met een aanzienlijk prijsverschil, terwijl die volgens de aannemer in kwalitatief opzicht niet voor elkaar zouden onderdoen. Dan zou iedere aannemer toch kiezen voor de goedkopere panelen en zouden de duurdere niet meer verkocht worden? De rechter vindt dan ook dat er geen sprake kan zijn van twee volledig gelijkwaardige materialen. En dus oordeelt hij dat de opdrachtgever het verzoek van de aannemer terecht heeft afgewezen.