Hoge eisen aan het informed consent
Alternatief. Jansen meldt zich bij dr. Tang omdat hij niet tevreden is over zijn hartspecialist. Tang is een voormalig hartchirurg die nu is ingeschreven als basisarts. Hij stelt een behandeling voor met chelatietherapie, een alternatieve therapie. Na afloop van de behandeling is Jansen niet van zijn klachten af en is een zware chirurgische ingreep noodzakelijk. Hij dient een klacht in bij het Regionaal Medisch Tuchtcollege Eindhoven (YG1152).
De klachten van Jansen houden in dat Tang:
- Jansen onvoldoende en onjuist heeft geïnformeerd over de toegepaste behandeling;
- onvoldoende aandacht heeft geschonken aan Jansen’s klachten en hem heeft ontmoedigd naar het ziekenhuis te gaan. Daardoor heeft hij te lang gewachten en moest hij een veel zwaardere ingreep ondergaan dan in een eerder stadium wellicht noodzakelijk was geweest;
- de huisarts van klager niet heeft geïnformeerd over zijn bevindingen bij onderzoek en over de door hem toegepaste behandeling.
Informed consent
Alternatieve behandeling. Het tuchtcollege vond de klachten gegrond en schorste Tang voor een jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Het tuchtcollege vond dat een alternatieve behandeling op zich niet verboden is, omdat het aan de patiënt is om te beslissen hoe hij zich wil laten behandelen. Maar de patiënt aan wie zo’n behandeling wordt voorgesteld moet over de status van deze behandeling deugdelijk worden voorgelicht.
Formulier. Tang vindt dat hij voldoende informatie aan Jansen heeft verstrekt, zoals ook blijkt uit het door Jansen getekende informatieformulier.
Niet genoeg. Het tuchtcollege vindt dat het formulier niet duidelijk maakt dat het om een alternatieve behandeling gaat. Er wordt eerder gesuggereerd dat de therapie een reguliere behandeling betreft doordat wordt gesteld dat chelatietherapie “tegenwoordig voornamelijk wordt gegeven voor hart- en vaatziekten”. De verstrekte informatie vermeldt slechts dat er ook andere behandelingen zijn voor hart- en vaatziekten en dat chelatietherapie alleen in aanmerking komt als de patiënt de (reguliere) behandeling niet wil, die behandelingen niet mogelijk zijn of niet het gewenste resultaat hebben gehad. Het college vindt deze voorlichting qua volledigheid en juistheid ernstig tekortschieten en acht dit ernstig verwijtbaar.
Overige zorgverplichtingen
Reguliere zorg. De zorgplicht van Tang hield ook in dat hij Jansen had moeten stimuleren om zijn reguliere behandelingstraject te blijven volgen (jaarlijkse controles bij de specialisten met voorgeschreven medicatie) én hij had dat in het dossier moeten vastleggen.
Het college acht het onverantwoord en ernstig verwijtbaar dat Tang dat heeft nagelaten.
Huisarts informeren. Tang had meer moeite moeten doen om de huisarts van Jansen te informeren. Tang had onvoldoende contact met de huisarts van Jansen. Het argument van Tang dat de huisarts voor hem niet of nauwelijks bereikbaar zou zijn geweest, wijst het college van de hand.
In geval van een eventuele moeizame telefonische bereikbaarheid kan op zeer eenvoudige wijze informatie langs andere weg worden gegeven.