Plannen toekomstig mestbeleid
Plannen. De staatssecretarissen Bleker en Atsma hebben onlangs in een brief hun plannen voor het toekomstige mestbeleid naar de Tweede Kamer gestuurd. Met deze plannen moet bereikt worden dat het mestproductieplafond van 173 miljoen kg fosfaat niet meer overschreden gaat worden, de druk van de mestmarkt verlicht wordt en er vanaf 2015 geen dierrechten meer nodig zijn.
Driesporenplan voor mestbeleid
Het plan voor het toekomstig mestbeleid is opgebouwd uit drie sporen die elk voor een deel van de oplossing moeten zorgen.
Mestafzet regelen. Heeft u een mestoverschot op uw bedrijf? Oftewel produceert u meer mest dan dat u op uw eigen grond kunt plaatsen? Dan wordt u in de toekomst verplicht een deel van uw mestoverschot te laten verwerken bij een gecertificeerde verwerker. Het maakt hierbij geen verschil welke dieren u houdt. Het percentage te verwerken mest zal per regio en diersoort gaan verschillen. Voor het overige deel zal u vooraf een afzet moeten regelen. De verplichting van mestverwerking geldt niet wanneer u uw mestÂoverschot volledig exporteert.
Wanneer? Voor de te verwerken mest moet u uiterlijk op 31 december van het voorafgaande jaar een contract hebben afgesloten. De verplichting voor mestverwerking zal geleidelijk worden ingevoerd, waarbij mogelijk per 1 januari 2013 al een begin gemaakt zal worden. Voor de overige mest moet u uiterlijk 15 mei van het betreffende jaar een contract afsluiten.
Het voerspoor. Naast het vooraf regelen van de mestafzet moet er middels voermaatregelen beÂÂreikt worden dat er minder mest wordt geÂÂproduÂceerd. Voor de varkenshouderij wordt op dit moment een verordening van het Productschap Diervoeder voorbereid waardoor verplicht wordt de fosfaatefficiĂ«ntie te verbeteren. Voor de melkveehouderij wordt nu gekozen voor een vrijwillige aanpak waarbij 10% minder fosfaat gebruikt moet gaan worden. Echter, er wordt duidelijk aanÂÂgeÂgeven dat er in de 2012 voldoende resultaat in de melkveehouderij moet worden bereikt. Zo niet, dan zal de overheid verplichtingen op gaan leggen.
Kunstmestvervangers. De overheid zal zich binnen de EU sterk gaan maken om hoogwaardige mineralenconcentraten die op bouwland worden gebruikt niet langer als dierlijke mest te moeten beschouwen. Hierdoor wordt de dierlijke mestmarkt ontlast en wordt het gebruik van kunstmest vermindert. Doel is ook om dit in de toekomst ook mogelijk te maken op grasland en met andere producten afkomstig van mestverwerking.
Speerpunten mestbeleid 2014 - 2017
Voor het mestbeleid in de jaren 2014 - 2017 moet Nederland met de Europese Commissie overeenstemming bereiken. Dus zijn o.a. speerpunten:
- inzet om de gebruiksnormen niet verder te laten dalen, maar wel meer te differentiëren naar bijvoorbeeld regio’s;
- bevorderen van het gebruik van bewerkte dierlijke mest en de inzet van kunstmestvervangers;
- nieuwe derogatie met mogelijk meer ruimte voor bewerkte staldierenmest. Daarnaast zal worden gekeken of bedrijven met een bouwplan met minder dan 70% grasland onder voorwaarden ook onder de derogatie kunnen gaan vallen;
- vervallen van het mestproductieplafond en de dierrechten.