19% btw óf 21% btw?
Het moment van levering. Het moment waarop u een dienst verricht of waarop uw klant uw producten ontvangt, is bepalend. Is dat vóór 1 oktober 2012, dan hanteert u 19% btw. Is het op of na 1 oktober 2012, dan 21% btw.
Doorlopende diensten en abonnementen. Bij zogenaamde ‘doorlopende prestaties’ wordt de vergoeding gesplitst. Denk aan bijvoorbeeld een onderhoudscontract. Over de vergoeding tot en met 30 september 2012 moet 19% btw worden berekend. En vanaf 1 oktober 2012 21% btw. Heeft u al een factuur verzonden die deels ook ziet op de periode vanaf 1 oktober 2012? Dan vindt het Ministerie van Financiën dat u een aanvullende factuur moet verzenden, waarbij u alsnog 2% btw extra in rekening brengt vanaf 1 oktober 2012. Bij hele kleine bedragen is het waarschijnlijk verstandiger om die factuur niet te verzenden en deze 2% btw dan maar voor eigen rekening te nemen.
Onderhoudsabonnement. Bij onderhouds- en serviceabonnementen is volgens de nu gepubliceerde overgangsregeling bepalend het moment waarop de service of het onderhoud wordt afgerond. Wordt er bijvoorbeeld op basis van een jaarcontract begin oktober 2012 onderhoudswerk aan een installatie verricht, dan geldt het 21%-tarief.
Btw-aangifte. Factureert u vóór 1 oktober al 21% btw, wegens leveringen of diensten te verrichten na 30 september 2012, dan wil het ministerie die btw vermeld zien bij vraag 1c van de btw-aangifte. Krijgt u dat niet voor elkaar (factuurprogramma nog niet aangepast) dan mag het in rubriek 1a (momenteel 19%) worden opgenomen.
Nieuwbouw en verbouwen. Nieuwe woningen waarvan de koop- of aannemingsovereenkomst is gesloten vóór 28 april 2012, mogen ook na 1 oktober worden geleverd met 19% btw. Dat geldt ook voor verbouwingen aan woningen, niet voor onderhouds- en herstelwerk aan woningen. Tip. Bij een woon-/bedrijfspand geldt deze overgangsregeling ook, indien het woondeel meer dan 50% van het hele pand vormt.
Maak uw profiel aan om dit advies en vele andere adviezen te kunnen ontdekken.