Pensioen voor de DGA vereenvoudigen
Pensioen in eigen beheer gaat knellen
Rekenkundig ‘gat’. Veruit de meeste pensioenregelingen voor directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) zijn geënt op het eindloon- of middelloonsysteem. Kenmerkend voor deze systemen is dat er tussen de werkelijke waarde van de pensioenvoorziening en de fiscale balanswaarde een rekenkundig ‘gat’ zit dat in de tijd steeds groter wordt.
Dividend uitkeren. Door deze fiscale onderwaardering ontstaat flattering van het (zichtbaar) eigen vermogen op de balans waardoor de DGA in de problemen kan komen op het moment dat hij bijvoorbeeld (toch) dividend gaat uitkeren. Als de BV meer dividend uitkeert dan het eigen vermogen toelaat, kan de DGA onder omstandigheden aanlopen tegen een fiscale afkoop van zijn pensioen of zelfs in privé aansprakelijk worden gesteld voor schulden van de BV.
Afstorten pensioen. Ander ongemak kan ontstaan op het moment dat de DGA van de BV af wil en zijn pensioen bij een professionele verzekeraar wil onderbrengen. Omdat het pensioen dan tegen de werkelijke waarde moet worden afgestort, is de kans aanwezig dat daarvoor niet voldoende liquiditeiten voorhanden zijn.
Echtscheiding. In geval van echtscheiding worden de aanspraken van de echtgenoot op ouderdomspensioen berekend. Hierdoor kunnen onaangename verrassingen ontstaan als blijkt dat de BV (veel) meer pensioen moet betalen dan de helft van de (fiscale) balanswaardering.
Deze problemen kunnen worden voorkomen door over te stappen op de zogeheten ‘beschikbare premieregeling’.
De beschikbare premieregeling
Premies ingelegd. In de beschikbare premieregeling (BPR) worden uitsluitend premies ingelegd en belegd en worden geen aanspraken op pensioen toegekend. Pas op de pensioeningangsdatum wordt er gekeken hoeveel pensioen er van de belegde premies kan worden aangekocht.
What you see is what you get! Omdat de pensioenverplichting binnen de BPR steeds gelijk is aan de ingelegde (en ‘opgerente’) pensioenpremies is er niet langer sprake van balansflattering, waardoor de DGA minder snel voor verrassingen komt te staan. Daarbij komt dat de waardering van de pensioenverplichting tamelijk eenvoudig is waardoor er geen jaarlijkse actuariële berekeningen meer nodig zijn.
Overstap per 1 januari 2014?
Nieuwe regels. 1 januari 2014 kan een goed moment zijn om over te stappen op de BPR. Vanaf die datum moeten namelijk alle DGA-pensioenregelingen worden aangepast aan de nieuwe fiscale regels. De belangrijkste wijziging is de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar in combinatie met een verlaging van de pensioenopbouw.
Fiscale aftrekpost. Bij het omzetten van een eindloonregeling in een BPR mag de werkelijke waarde van de eindloonaanspraak als eerste storting worden aangemerkt. Dit leidt tot een eenmalige extra fiscale last die volgens de fiscus nog wel moet worden gecorrigeerd met de indexatie van de eindloonaanspraak. Dat indexatiedeel zal bij de BV moeten worden geactiveerd waarna het geleidelijk ten laste van de winst kan worden gebracht. Ook daarmee is dus fiscaal voordeel te behalen.