RECHT VAN DE WERKPLEK - 20.03.2014

Concurrerend nevenwerk, waar ligt nu de grens?

Het bijklussen door werknemers werd door hun baas (een installatiebedrijf) gedoogd en zelfs ondersteund doordat de werknemers via hem goedkoop materiaal konden bestellen. Hoe kon de baas dat nog terugdraaien?

Wat speelde er bij een installatiebedrijf? Een service-/onderhoudsmonteur kwam in 1977 in dienst bij een installatiebedrijf. Het arbeidscontract werd echter nooit op papier gezet. In 2011 startte de werknemer een eigen klussenbedrijf en hij schreef dit bedrijf in bij het Handelsregister.

Eigen bedrijf werknemer. Binnen zijn eigen bedrijf verrichte de werknemer ook installatiewerkzaamheden. De werknemer deed daarmee zijn werkgever dus direct concurrentie aan. De werkgever sommeerde hem in 2012 om te stoppen met zijn nevenwerk. Toen de werknemer dit weigerde, eiste de werkgever bij de rechter een verbod op het uitoefenen van de nevenwerkzaamheden.

Vroeger mocht het wel. Bijzonder was hier dat het bijklussen door de werknemers lange tijd door de werkgever was gedoogd. Het bijklussen werd in die periode feitelijk zelfs door de werkgever ondersteund doordat de werknemers via de werkgever goedkoop materiaal konden bestellen.

Nieuw beleid van de baas

Tijden veranderen. In 2010 had de werkgever zijn beleid gewijzigd. Vanaf toen konden werknemers geen materialen meer via het werk bestellen. Ze konden nog wel zelf rechtstreeks bij de Technische Unie voordelig materialen bestellen.

Cao en goed werknemerschap. De werkgever baseerde zijn eis in eerste instantie op de Cao voor het Technisch Installatiebedrijf. In deze cao staat in artikel 26 een verbod op het verrichten van concurrerende werkzaamheden. De werkgever was echter geen lid van de werkgeversorganisatie die de cao heeft afgesloten. En de cao is ook niet door de minister verbindend verklaard voor de hele sector. De cao gold hier dus niet. De werkgever had als troef zijn eis in tweede instantie gebaseerd op het schenden van ‘goed werknemerschap’.

Wat vond de rechter?

Het Gerechtshof, 10.10.2013 ( GHARL:2013:7547 ), vond dat zonder een contractueel verbod het verrichten van nevenwerkzaamheden in beginsel mag. Dit wordt volgens het Hof echter anders als daarmee de grenzen van goed werknemerschap worden overschreden. Dit kan zich volgens het Hof voordoen als de nevenwerkzaamheden:

  1. het functioneren van de werknemer belemmeren (door de nevenwerkzaamheden verschijnt uw werknemer bijv. vermoeid op het werk); of
  2. de werkgever hinderen in zijn bedrijfsvoering bijv. doordat hij wordt beconcurreerd.

Beleid veranderen mag. Omdat de werknemer zijn werkgever openlijk en zelfs bedrijfsmatig beconcurreerde met dezelfde werkzaamheden in dezelfde regio, vond het Hof de grens van goed werknemerschap hier duidelijk overschreden. Dat de werkgever vroeger dergelijke activiteiten gedoogde en zelfs had gefaciliteerd, maakte dit niet anders. Volgens het Hof is een werkgever namelijk vrij om zijn beleid op dit punt te veranderen.

Crisis. Dit geldt helemaal als de werkgever een goede reden heeft om zijn beleid aan te passen, vindt het Hof. En dat speelde hier. Vroeger was er werk genoeg, maar door de crisis was er nu te weinig werk en waren er te veel monteurs.

De rechter verbood het de werknemer dus om nog langer voor derden bedrijfsmatig gelijksoortige werkzaamheden uit te voeren of aan te bieden, zolang hij hiervoor geen toestemming had van zijn baas.

Leg een verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden altijd vast in het arbeidscontract, ook al staat er al zo’n verbod in de cao voor uw branche. U mag nu door de crisis uw beleid over het bijklussen door uw werknemers aanscherpen. Uw werknemer moet zich daar nu als goed werknemer aan houden!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01