Manege is geen landbouwbedrijf

Paarden. Wat een landbouwbedrijf is, zal meestal wel duidelijk zijn. Koeien, kippen, varkens, bieten, maïs, rozen, tomaten en paprika’s; allemaal geen probleem. Maar er zijn twijfelgevallen: denk aan koikarpers, nederwiet, hobbyboeren en (vooral ook) paarden. Daarbij gaat het vaak om groot geld.

Ook fiscaal. Enkel bij een (bedrijfsmatig) landbouwbedrijf kan er aanspraak gemaakt worden op de landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting en op de cultuurgrondvrijstelling in de overdrachtsbelasting.

Wat kun je met een paard? Paarden kun je opeten: prima biefstuk en ook frikadellen zitten vaak vol paardenvlees. Bij slachtpaarden krijg je ook paardenleer; een gewild product. Je kunt merries ook melken: paardenmelk schijnt reuzegezond te zijn. Wie vleespaarden of melkpaarden houdt, drijft zonder enige twijfel een landbouwbedrijf. Ook een hengstenstation (ki) is volgens de Belastingdienst een landbouwbedrijf. Maar hoe zit het met een manege?

Is een manege een landbouwbedrijf?

Voor de inkomstenbelasting. Voor de landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting is een manege geen landbouwbedrijf. Dat zou anders kunnen zijn indien op de manege ook paarden worden gefokt.

Omdat voor de landbouwvrijstelling echter vereist is dat de betreffende grond voor 90% of meer wordt gebruikt voor kwalificerende doeleinden (voor de landbouwvrijstelling), zal dat niet snel tot gevolg hebben dat een manege de landbouwvrijstelling kan claimen. Het gaat dan eerder om een stoeterij met wat manegeactiviteiten!

Cultuurgrondvrijstelling. Maar hoe zit het met de cultuurgrondvrijstelling (voor de overdrachtsbelasting)? Die vraag werd voorgelegd aan de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het ging om een naheffingsaanslag van € 21.000,-.

Wat speelde er? Een BV exploiteerde een manege met ongeveer 100 paarden. Er werden paardrijlessen gegeven, paarden kregen er pension, de stallen werden uitgemest, paarden werden er gevoerd en konden uitlopen. Er werden geen paarden gefokt. De BV verwierf in 2011 grasland en terreinen voor akkerbouw. Het grasland werd gebruikt voor de uitloop en het laten grazen van paarden. Was hier de cultuurgrondvrijstelling van toepassing?

Wat heeft de rechter nu beslist?

Rechtbank. De belastinginspecteur vond van niet en kreeg daarin gelijk van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24.04.2015 (RBZWB:2015: 1980) . Het perceel weiland vormde cultuurgrond en het laten begrazen hiervan vormt weidebouw. Allemaal akkoord dus.

Agrarische onderneming? Maar vond deze weidebouw wel plaats in het kader van een agrarische onderneming? Daar ging het mis. Wat een manege aan diensten verricht, vormt geen veehouderij in de zin van artikel 7:312 BW. Weidebouw gebeurde hier niet voor een landbouwbedrijf. Wel valt het fokken van paarden (en andere dieren) onder het begrip ‘landbouwbedrijf’, ongeacht het gebruik dat de koper van deze gefokte dieren zal gaan maken. Het fokken van paarden was bij deze manege echter niet aan de orde. De naheffingsaanslag bleef dus overeind bij de rechter en werd niet teruggedraaid.