Aankoop lijfrente kan aftrekpost FOR beperken
Zo werkt dat. De oudedagsreserve, bekend als de FOR (fiscale oudedagsreserve), is bedoeld om ondernemers in eigen beheer te laten sparen voor hun oude dag. Daartoe kan jaarlijks een gedeelte van de winst worden gereserveerd. De reserve staat op uw balans en eventuele tussentijds aangekochte lijfrentes mag u hiervan afboeken.
Fiscus betaalt mee. Zo betaalt de fiscus mee aan de opbouw ten behoeve van uw oude dag en dat is precies de bedoeling. De fiscus komt overigens niks tekort, want zodra u de FOR afbouwt of uw lijfrentes tot uitkering komen, betaalt u hierover alsnog belasting. Renteloos uitstel van betaling dus en mogelijk tegen een lager tarief dan geldt op het moment dat u uw geld reserveert.
Tussentijdse aankoop lijfrente riskant
Lijfrente afboeken. Zodoende hoeft u over dit deel van de reserve niet meer af te rekenen met de fiscus. In plaats daarvan betaalt u belasting over de lijfrente-uitkeringen. Dat het tussentijds aankopen van een lijfrente de opbouw gek genoeg ook in de wielen kan rijden, bleek onlangs voor de rechter in Breda, 24.04.2015 (RBZWB:2015:1978) .
Aankoop lijfrente verhindert dotatie. In de betreffende zaak had uw collega in 2011 voor € 11.803,- lijfrentes gekocht. Deze had hij afgeboekt op zijn FOR, die aan het begin van het jaar € 11.811,- bedroeg. Aan het eind van het jaar wilde hij ook weer een deel van zijn winst aan de FOR toevoegen. De inspecteur ging echter niet akkoord met de omvang van de toevoeging, die € 11.882,- bedroeg. De reden was dat de omvang van het ondernemersvermogen aan het eind van het jaar slechts € 16.463,- bedroeg. De FOR kent namelijk als voorwaarde dat deze niet groter mag zijn dan de omvang van het ondernemingsvermogen aan het begin van het jaar. Daarom mocht slechts het verschil tussen de FOR aan het begin van het jaar (€ 11.811,-) en de omvang van het ondernemingsvermogen aan het eind van het jaar (€ 16.463,-) worden toegevoegd. Per saldo dus slechts € 4.652,-.
Onterecht gevolg?
De aankoop van de lijfrente kostte uw collega dus een aftrek van ruim € 7.200,-. Uw collega vond dit niet terecht, want door de afname gevolgd door de toename van de FOR in het jaar, bleef deze nog steeds kleiner dan de omvang van het ondernemingsvermogen. Dat was toch onterecht?
Wat vond de rechter? De rechter vond dat uw collega gelijk had, maar moest op grond van de wettekst de inspecteur toch gelijk geven. De omvang van het ondernemingsvermogen aan het eind van het jaar mag nu eenmaal niet meer zijn dan de FOR bij het begin van het jaar. Dit is bedoeld om te voorkomen dat de FOR zodanig groot wordt dat deze niet meer vanuit de opbrengst van de onderneming afgerekend kan worden. De correctie bleef dus helaas in stand.
Privé betalen! Het bovenstaande leert dat u moet oppassen met tussentijdse lijfrenteaankopen. U kunt slechts FOR doteren voor het bedrag dat het vermogen op het eind groter is dan de FOR aan het begin. Ga altijd na of door de aankoop het ondernemingsvermogen nog wel voldoende is om de FOR-opbouw niet in de weg te staan. Is dit niet het geval, betaal de lijfrentes dan niet met liquide middelen uit het bedrijf. Dit was hier ook gebeurd, terwijl betaling uit privé dit had voorkomen.