BTW-AFTREK - 20.06.2017

Nieuwe btw-regels op komst o.a. voor verbouwingen

Er zijn nieuwe regels op komst voor de btw-aftrek op kostbare diensten, vergelijkbaar met de regels voor investeringsgoederen. Deze moeten op 1 januari 2018 ingaan. Wat zijn de gevolgen? Waarom moet u dit nu al weten?

Situatie 2017. Onder de huidige btw-regels is de btw-aftrek op alle aangekochte diensten definitief na afloop van het jaar waarin de dienst werd afgenomen. In tegenstelling tot investeringsgoederen die nog vier tot negen jaar na het aanschafjaar btw-correcties kunnen opleveren.

Situatie per 1 januari 2018

Afschrijven. De nieuwe regels gelden alleen voor diensten die u voor langere tijd in uw bedrijf gebruikt en waarvoor u voor de inkomstenbelasting moet afschrijven.

Onderscheid. Om te weten hoelang u de kostbare diensten moet ‘volgen’ om eventuele wijzigingen in de btw-aftrek toe te passen, moet er onderscheid worden gemaakt tussen diensten met betrekking tot onroerende zaken, zoals verbouwingsdiensten, en andere diensten. Diensten met betrekking tot onroerende zaken moeten na het jaar van het eerste gebruik nog negen jaar worden gevolgd. Voor overige diensten is dat vier jaar.

Herziening, hoe werkt het?

Jaar 1. In het jaar waarin de kosten worden gemaakt, trekt u de btw af voor het deel dat u de dienst voor btw-belaste prestaties heeft gebruikt. Als u de dienst pas later gaat gebruiken, geldt het jaar van het eerste gebruik als ‘jaar 1’.

Jaar 2-9. Voor diensten met betrekking tot onroerende zaken kijkt u in de jaren twee tot en met negen naar het gebruik in dat jaar. Als de btw-aftrek meer dan 10% gewijzigd is ten opzichte van de aftrek in jaar 1, moet u de btw herzien. Daarvoor neemt u 10% van de btw die aan u in rekening is gebracht voor kostbare ‘onroerende’ diensten. Voor andere diensten neemt u 20% van de btw op de aanschaf. Het verschil tussen de oorspronkelijke btw-aftrek en het aftrekrecht in het betreffende jaar is de ‘herziening’. Dit verschil moet u terugbetalen of kunt u alsnog in aftrek brengen in uw btw-aangifte. Tijd voor een voorbeeld.

U heeft het dak van uw woon-winkelpand laten vervangen. De winkel gebruikt u 100% btw belast, de woning wordt vrijgesteld van btw verhuurd. U trekt 40% (aandeel winkel) van de btw op de verbouwing af. Na jaar 4 vertrekt de huurder en gebruikt u de ruimte als opslag voor de winkel. De herziening leidt tot een jaarlijkse teruggaaf van 60% van 10% van de btw op de verbouwing vanaf het vertrek van de huurder tot het einde van jaar 9.

Geen overgangsregeling

Vooralsnog is het niet de bedoeling dat er een overgangsregeling komt. Dat betekent dat u in 2018 nog met btw-herziening geconfronteerd kunt worden voor investeringen in kostbare diensten vanaf 2009. Dat is niet per se slecht nieuws: u kunt immers ook nog btw terugkrijgen als het btw-belaste gebruik is toegenomen t.o.v. het eerste jaar. U wilt natuurlijk weten of de nieuwe regels u voor investeringen in de afgelopen jaren nog geld gaan kosten of juist opleveren. Voorkom verrassingen en inventariseer nu al uw positie.

Wat nodig? Om de gevolgen van de aangekondigde regels in uw situatie te inventariseren, heeft u de volgende informatie nodig:

  • investeringen waarop u afschrijft vanaf 2009. Deze vindt u (in de toelichting) op de balans;
  • percentage btw-aftrek op investering;
  • huidig percentage btw-aftrek algemene kosten.
Vanaf 1 januari 2018 staat de btw-aftrek op kostbare diensten niet meer vast na het eerste jaar. Dat kan nog gevolgen hebben voor investeringsdiensten vanaf 2009. Breng uw situatie in kaart en voorkom verrassingen. U kunt zelfs alsnog btw terugkrijgen als het btw-belaste gebruik na jaar 1 is toegenomen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01