Hoeveel onroerendezaakbelasting voor vakantiehuisje?
Woning of niet? Voor de heffing van de onroerendezaakbelasting (OZB) is bij vakantiehuisjes de vraag van belang of ze ook als woning kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad heeft hierover onlangs de knoop doorgehakt. Wat heeft u als bezitter van zo’n woning aan deze uitspraak?
Permanente bewoning verboden?
Bij vakantiewoningen bepaalt de gemeente veelal dat permanente bewoning verboden is. Sommige gemeenten gedogen dat wel, maar dat is niet overal zo. Omdat de woningen hier duidelijk niet voor bestemd zijn, ging de gemeente er in de betreffende zaak van uit dat vakantiewoningen niet als woning kunnen worden aangemerkt. Uiteindelijk besliste in laatste instantie de Hoge Raad dat dit onjuist is, 16.09.2016 (HR:2016:2085) .
Wat is er wel belangrijk? Volgens de Hoge Raad doet het niet ter zake of een woning permanent bewoond mag worden en als dit niet is toegestaan, of dit bewonen al dan niet gedoogd wordt. Wel van belang is of de woning over eigen voorzieningen, zoals een badkamer, sanitair en kookgelegenheid beschikt. Zo ja, dan is de woning bestemd om daarin te verblijven, te slapen en de overige woonfaciliteiten en voorzieningen te gebruiken. De vakantiewoning is dan naar aard en inrichting bestemd en geschikt om enigszins duurzaam voor bewoning te dienen, aldus de rechter.
Wat is uw belang om dit te weten?
Voor de OZB is het van belang of een pand als woning kan worden aangemerkt, omdat dan alleen een aanslag eigenarenheffing kan worden opgelegd. Voor niet-woningen, zoals een fabriek of kantoor, kan zowel een aanslag eigenarenheffing worden opgelegd als een aanslag gebruikersheffing. Daarnaast is voor niet-woningen meestal een hoger tarief van toepassing dan voor woningen. Bij een woning krijgt u dus slechts één heffing opgelegd en geldt op deze heffing veelal een lager tarief.
Wat kunt u hier praktisch mee?
Bent u de eigenaar van een dergelijke woning en heeft u tot nu toe ook zowel een aanslag eigenarenheffing als een aanslag gebruikersheffing ontvangen, ga dan in bezwaar als dit nog mogelijk is. U kunt tot zes weken nadat de aanslagen zijn opgelegd in bezwaar gaan. Daarbij is dus van belang of uw vakantiewoning wel als woning kwalificeert volgens de normen van de Hoge Raad.
Waardedruk door verbod bewoning. Is permanente bewoning verboden, dan drukt dit ook de waarde, zo besliste in het verleden de rechter van het Hof Arnhem, 16.10.2009 (GHARN:2009:BK0413) . Neem dit aspect mee in uw bezwaarschrift, als de gemeente hieraan voorbij is gegaan.
Bezwaartermijn reeds verlopen? Is bezwaar niet meer mogelijk, dan kunt u de gemeente nog vragen de al vaststaande aanslagen ambtshalve te herzien. De gemeente is hiertoe niet verplicht, maar niet geschoten is altijd mis. Ambtshalve herziening doet u in een gewone brief aan de gemeentelijke belastingafdeling en kan nog tot vijf jaar nadat de aanslag is opgelegd. Wijst de gemeente uw verzoek om ambtshalve herziening af, dan kunt u helaas niet nog eens naar de rechter.
Een model ‘Bezwaarschrift OZB vakantiewoning’ kunt u downloaden via http://tipsenadvies-medicus.nl/download (MD 10.08.07).