TUCHTRECHTSPRAAK - 12.05.2020

Als uw assistente niet met u overlegt

Een moeder verwijt haar gewezen huisarts dat ze niet adequaat heeft gehandeld, nadat ze telefonisch contact heeft gehad met de assistente van de praktijk over haar dochtertje. De huisarts heeft de aantekeningen van de assistente niet gezien.

Mia is de moeder van Anne. Joke was de huisarts van moeder en dochter. In de laatste periode heeft Mia gebeld met de praktijk van Joke. Ze heeft gesproken met de assistente. Van dit gesprek heeft de assistente aantekeningen gemaakt op de huisartsenkaart van Anne. Joke heeft die dag het consult en de afhandeling niet gezien. Dat vindt Mia niet kunnen nu Anne in het ziekenhuis is beland.

Klacht moeder. Mia dient een klacht in tegen Joke omdat er na het telefonisch consult niet adequaat is gehandeld. Huisarts Joke vindt dat moeder Mia in haar klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat zij niet betrokken is geweest bij het telefonisch contact en het haar niet duidelijk is wat Mia haar precies verwijt.

Klacht is ontvankelijk

Het tuchtcollege oordeelt dat Joke persoonlijk niet bij het telefonisch contact betrokken is geweest. In zoverre is moeder Mia niet-ontvankelijk. Daarentegen is zij wel ontvankelijk in de klachten die zien op gedragingen van de assistente. Joke is als huisarts van de huisartsenpraktijk medeverantwoordelijk voor het voeren van een deugdelijke praktijkorganisatie. Daarom kan zij tuchtrechtelijk worden aangesproken indien er iets schort aan de praktijkorganisatie, waaronder het mogelijk niet goed functioneren van de assistente. Moeder Mia is dus ontvankelijk in haar klachten.

Wat is er feitelijk gezegd? Mia en Joke denken anders over de vraag of de assistente gezegd heeft dat Anne paracetamol mocht krijgen. Nu alleen Mia en de assistente het telefoongesprek hebben gevoerd, is niet vast te stellen hoe dit precies is verlopen. Volgens het college betekent dit, dat er niet kan worden vastgesteld of de klacht van Mia op dit punt terecht is.

Het ware beter geweest ... Voor het overige heeft de assistente de noodzakelijke gegevens bij Mia opgevraagd en op de huisartsenkaart genoteerd. Het was wel beter geweest als huisarts Joke het telefonisch consult en de afhandeling wel had gezien, maar dat is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen. Daarbij weegt volgens het college mee dat de huisarts na deze kwestie haar praktijkvoering heeft aangepast om herhaling te voorkomen. Mia is boos en gaat in beroep bij het Centraal Tuchtcollege.

Toch een waarschuwing

Het Centraal Tuchtcollege (ECLI:NL:TGZCTG:2020:42) komt tot een ander oordeel.

Verantwoordelijk voor praktijkorganisatie. Ten tijde van het telefonisch consult met moeder Mia hanteerde de praktijk al het protocol dat bij telefonische consulten over heel jonge kinderen, een assistente standaard met de huisarts dient te overleggen. Dit is niet gebeurd en de huisarts kan hiervoor, gelet op haar verantwoordelijkheid voor het voeren van een deugdelijke praktijkorganisatie, verantwoordelijk worden gehouden.

Praktijkorganisatie al aangepast. Omdat de praktijkvoering inmiddels zodanig is aangepast, dat twee keer per dag ieder contact van een assistente met een patiënt voor overleg ter fiattering aan de huisarts wordt voorgelegd en dat het voor de assistentes nu goed duidelijk is dat zij bij telefonische vragen die betrekking hebben op heel jonge kinderen altijd direct met de huisarts moeten overleggen, wordt voor de lichtste maatregel gekozen: een waarschuwing.

U kunt verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van uw assistente als deze de gemaakte afspraken binnen de praktijk niet opvolgt. De tuchtrechter toetst aan de daarvoor geldende protocollen. Met name bij kwetsbare patiënten, zoals jonge kinderen en ouderen, is strikte naleving van de protocollen belangrijk.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01