VENNOOTSCHAPSBELASTING - 21.12.2021

Aftrekbeperking bij renteloze en laagrentende leningen

Aftrek van rente op een renteloze of laagrentende lening kan worden geweigerd als deze van een gelieerde onderneming is en geen of een aflossingsdatum heeft die meer dan tien jaar ligt na het aangaan van de lening.

Uitgangspunt Als er tussen gelieerde partijen een lening wordt verstrekt met een ontbrekende of te lage rentevergoeding, geldt voor de fiscale heffing dat de rente wordt gesteld op zakelijke hoogte. Bij een lening zonder vaste aflossingsdatum of een aflossingsdatum die meer dan tien jaar is gelegen na de verstrekking, geldt echter mogelijk de aftrekbeperking van artikel 10b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Hoofdlijnen sanctie

Leent een schuldenaar van een gelieerde partij en is de afgesproken vergoeding te laag of ontbreekt deze zelfs, dan moet voor de belastingheffing de onzakelijke rente in beginsel op basis van het at arm’s lengthbeginsel worden gecorrigeerd naar wel zakelijke hoogte. Echter, als er voor de lening geen aflossingsdatum is afgesproken of een aflossingsdatum van meer dan tien jaar na de verstrekking van de lening, dan verhindert artikel 10b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 de fiscale aftrek van zowel rente als eventuele waardevermindering van de lening.

Looptijd Voor de aftrekbeperking is het dus nodig dat er geen vaste aflossingsdatum is afgesproken of een aflossingsdatum die verder weg ligt dan tien jaar na het tijdstip van aangaan van de lening. Als er sprake is van aflossing in meer dan een termijn, dan is de laatste overeengekomen aflossingsdatum bepalend. Soms wordt tijdens de looptijd van de lening de aflossingsdatum verschoven naar een later tijdstip. In dat geval wordt verondersteld dat de lening altijd deze nieuwe aflossingsdatum heeft gehad.

Laagrentende lening Een lening is laagrentend als de afgesproken rente ‘in belangrijke mate’ (dat is in de fiscaliteit 30% of meer) lager is dan de rente die tussen zakelijk handelende niet-gelieerde partijen zou zijn overeengekomen.

Gelieerde crediteur

De aftrekbeperking geldt niet bij een laagrentende lening of renteloze lening van een natuurlijk persoon of een niet-gelieerde vennootschap. Van belang is nog dat de gelieerde vennootschap niet per se via een aandeelhoudersrelatie gelieerd hoeft te zijn; gelieerdheid kan ook ontstaan via deelname aan de leiding van of het toezicht op een ander lichaam. Het is voor toepassing van de aftrekbeperking niet nodig dat beide gelieerde lichamen aan Vpb onderworpen zijn.

Sanctie en hardheidsclausule

Is de sanctiebepaling van toepassing, dan is niet alleen de (naar zakelijke hoogte gecorrigeerde) rente niet aftrekbaar bij de schuldenaar, maar kan de crediteur ook een eventuele waardedaling van de hoofdsom niet ten laste van het resultaat brengen. Grof element in de sanctie is dat de eventueel wel betaalde (te lage) rente ook niet aftrekbaar is. Een andere grove uitwerking van de sanctie is dat een positieve waardemutatie wel belast is. Is er sprake van een deelnemingsverhouding tussen crediteur en debiteur, dan kan de crediteur de deelnemingsvrijstelling niet toepassen. De staatssecretaris is bereid om een oplossing te zoeken in binnenlandse verhoudingen voor een eventuele economische dubbele heffing door de sanctiebepaling.

Casus Hof Amsterdam Een BV heeft door een herstructurering een schuld aan een gelieerd lichaam. Bij aanvang van de lening in 2012 is overeengekomen dat de schuld ‘as soon as possible’ wordt afgelost. In juni 2015 wordt nader overeengekomen dat de schuld uiterlijk 15 augustus 2015 zal worden afgelost, hetgeen ook gebeurt. Over de schuld is geen rente berekend. De schuldenaar trekt echter in haar aangifte de in het kader van het arm’s lengthbeginsel verzakelijkte rente af. De inspecteur is van mening dat de schuld een renteloze lening is zonder vaste aflossingsdatum. Hof Amsterdam (ecli:nl:ghams:2021:1664) oordeelt dat een voorwaardelijke aflossingsdatum of een aflossing ‘as soon as possible’ onvoldoende concreet zijn. De renteaftrek wordt dan ook geweigerd.

Artikel 10b Wet Vpb nog wel actueel? Er is veel kritiek op de uitwerking van deze specifieke aftrekbeperking. Dit ziet onder andere op het gegeven dat er bij de schuldenaar geen rente aftrekbaar is, ook niet het wel betaalde bedrag, terwijl bij de crediteur de ontvangen rente wordt belast. Bij de recente indiening van het wetsvoorstel ‘Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel’ heeft de staatssecretaris aangegeven artikel 10b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 te willen handhaven.

Andere antimisbruikbepalingen

Naast artikel 10b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is er ten aanzien van leenverhoudingen nog een aantal sanctiebepalingen in de Vpb. Deze sanctiebepalingen kunnen cumuleren. Hierna komen een tweetal binnen de nationale context belangrijkste bepalingen aan bod.

Winstdrainage Zo is in artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 een sanctie opgenomen voor situaties waarin er door een vennootschap wordt geleend van een ander lichaam binnen het concern of van een verbonden natuurlijk persoon. Desbetreffende bepaling regelt uitsluiting van renteaftrek bij dividend of terugbetaling van aandelenkapitaal dat wordt schuldig gebleven of als de financiering bedoeld is voor verwerving of uitbreiding van een belang in een vennootschap die na de verwerving of uitbreiding een verbonden lichaam is. Voor deze aftrekbeperking geldt een tegenbewijsregeling, namelijk:

  1. als de schuldenaar aannemelijk kan maken dat aan de schuldigerkenning en de rechtshandeling voldoende zakelijke overwegingen ten grondslag liggen; en/of
  2. als de ontvanger van de rente een naar Nederlandse maatstaven ‘redelijke’ heffing verschuldigd is.

Onzakelijke lening Als er civielrechtelijk sprake is van een geldleningsovereenkomst (belangrijkste kenmerk: terugbetalingsverplichting), maar de afgesproken rente niet at arm’s length is, kan er sprake zijn van een zogenoemde ‘onzakelijke lening’. Dit is het geval als de afgesproken rente bij correctie naar zakelijke hoogte uitkomt op een zodanig hoog percentage dat er in wezen sprake is van een winstdelende lening. Dan moet de rente worden gesteld op een percentage waarbij wordt verondersteld dat voor de lening een borgstelling is afgegeven. Belangrijkste gevolg is dat een eventuele waardevermindering van de (hoofdsom van de) lening niet aftrekbaar is bij de schuldeiser. Afhankelijk van de leenverhoudingen kan de schuldeiser het verlies in de toekomst alsnog nemen (als liquidatieverlies in de deelnemingsvrijstelling).

Informeel kapitaal Soms is een lening informeel kapitaal. De geldverstrekking is dan weliswaar vormgegeven als een lening, maar wordt fiscaal dan niet als zodanig aangemerkt. Een voorbeeld is de schijnlening . Partijen hebben de verstrekking gegoten in de vorm van een lening, maar hebben dit nooit beoogd. Een ander voorbeeld is de bodemlozeputlening . Op het moment van het verstrekken is al duidelijk dat de crediteur de hoofdsom nooit zal terugkrijgen. In beide genoemde situaties is de rente niet aftrekbaar.

bz-advies

Om als geldlening te worden aangemerkt, is een terugbetalingsverplichting cruciaal. Neem daarom in de overeenkomst altijd een aflossingsdatum op.

Let bij het opstellen van leningsovereenkomsten tussen gelieerde vennootschappen nauwkeurig op de voorwaarden. Dit voorkomt dat rente en waardedaling van de lening niet in aftrek kunnen worden gebracht.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01