GLB: vrijstelling gewasrotatie vervalt per 2024
Gewasrotatie op 1/3e deel bouwland
Als u in 2024 GLB-subsidies aanvraagt, moet u rekening houden met de gewasrotatie op bouwland. Dit is een eis vanuit de conditionaliteit (GLMC 7). U moet jaarlijks op minimaal 1/3 deel van uw bouwland een ander gewas (andere gewascode) telen dan in het voorgaande jaar. Hiervoor wordt in 2024 teruggekeken naar 2023. Tip. U kunt deze eis ook invullen met het telen van een volgteelt (vanggewas) na een hoofdteelt. Het vanggewas moet blijven staan tot de start van de nieuwe hoofdteelt in het opvolgende jaar.
Nieuwe hoofdteelt. Naast de eis van 1/3Â deel moet u ook voldoen aan de voorwaarde om op al uw percelen bouwland eens in de vier jaar een andere hoofdteelt te telen. U moet uiterlijk in 2026 op ieder perceel aan deze eis voldoen. Teelt u op uw bedrijven verschillende gewassen of past u veel grondruil toe (u bent bijv. aardappelteler), dan zult u weinig problemen hebben met de hiervoor genoemde eisen.
Uitzonderingen en vrijstellingen
Voor bepaalde gebieden met zware klei, waar continuteelt van granen gebruikelijk is, geldt er een uitzondering. Daarnaast gelden er vrijstellingen bij bepaalde gewassen en voor bepaalde bedrijven. Zie hiervoor het onderdeel Gewassen op bouwland roteren (GLMCÂ 7) op de site van RVO.nl ( https://www.rvo.nl/onderwerpen/glb-2023/conditionaliteiten#alle-conditionaliteiten-op-een-rij ).
Bij continuteelt een vanggewas telen
Past u op een groot deel van uw bouwland continuteelt toe, dan voldoet u niet aan de eis om jaarlijks op minimaal 1/3Â deel van het bouwland een ander gewas te telen dan in het voorgaande jaar. Een oplossing kan zijn om na de hoofdteelt een vanggewas te telen. Het telen van het vanggewas kan worden gezien als gewasrotatie. Het vanggewas moet dan wel blijven staan tot de nieuwe hoofdteelt in het opvolgende jaar.
Vanggewas in 2023 telt ook mee. Een reeds in 2023 ingezaaid vanggewas op een deel van het bouwland telt voor 2024 ook mee. Tip. Bent u verplicht om na de maïsteelt een vanggewas te telen, dan telt dit vanggewas ook mee als gewasrotatie.
MaĂŻs op klei/veen. Teelt u maĂŻs op klei of veen en heeft u geen vanggewasverplichting, dan kunt u, bij continuteelt maĂŻs, overwegen om een vanggewas te telen om aan de eis van 1/3Â deel te voldoen. Nadeel is dat u het vanggewas tot de opvolgende hoofdteelt moet laten staan. Laat in het najaar of in de winter ploegen is dan niet mogelijk.
Vanggewas op zand/löss. Met het vanggewas dat u teelt op zand- of lössgrond om een korting op de stikstofnorm te voorkomen, kunt u deels invulling geven aan de gewasrotatie-eis. Uiteraard moet het vanggewas dan ook tot de opvolgende hoofdteelt op het land aanwezig blijven.
Rustgewas op zand- en lössgrond
Voor percelen op zand- of lössgrond moet u, ook vanuit GLMC 7, in de periode 2023 tot en met 2026 op ieder perceel bouwland ten minste één jaar een rustgewas telen. Deze verplichting komt vanuit het 7e  Actieprogramma. Tip. Als u in dit kader een rustgewas als hoofdteelt teelt, kunt u ook voldoen aan de gewasrotatie-eis: eens in de vier jaar een andere hoofdteelt.