Prinsjesdag 2023: gevolgen voor de loonheffing

Onbelaste reiskostenvergoeding hoger

Het kabinet stelt voor om de vrijgestelde reiskostenvergoeding per 2024 voor alle vervoersmodaliteiten (auto, fiets, te voet, etc.) te verhogen tot € 0,23 per kilometer. Dit geldt voor woon-werkverkeer en voor zakelijke ritten. In 2022 was al aangekondigd de reiskostenvergoeding per 2024 te verhogen van € 0,21 (2023) naar € 0,22 (2024). Daar komt dus nu nog € 0,01 bij. Als u een hogere nettoreiskostenvergoeding wilt toekennen dan € 0,23 per kilometer, dan komt het meerdere ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling.

Verruiming vrijstelling ov-abonnementen.  Als een medewerker met het openbaar vervoer (ov) naar kantoor reist, dan mag u een vrijgestelde reiskostenvergoeding toekennen van € 0,23 (gepland 2024). U mag er ook voor kiezen om de werkelijke kosten van het ov te vergoeden. Let op.  Voor ov-kaarten (ov-abonnementen en voordeelurenkaarten) geldt echter een complex systeem van nacalculatie. Binnen dit systeem geldt dat kosten van de ov-kaart die meer bedragen dan de zakelijke ritten met kaart, tot het loon gerekend moeten worden. Wel is dit afhankelijk van de vraag of de werkgever de ov-kaart aan de medewerker ter beschikking stelt, vergoedt of verstrekt. Vanwege het hybride werken, waarbij de ov-kaart minder zakelijk wordt gebruikt, is vaker dan voorheen loonheffing verschuldigd.

Nog in de pijplijn. Voorgesteld wordt om het privégebruik van de ov-kaart dat wordt vergoed, verstrekt of ter beschikking van de medewerker gesteld, gericht vrij te stellen, mits de werknemer de ov-kaart ook gebruikt voor het woon-werkverkeer en de zakelijke ritten. Dat is een aanmerkelijke vereenvoudiging.

Hoger vrijgestelde vrijwilligersvergoeding.  De maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding gaat per 1 januari 2024 omhoog van € 1.900 naar € 2.100 per jaar (€ 210 per maand). Dit is het gevolg van de jaarlijkse indexatie.

Verruiming werkkostenregeling vervalt

De vrije ruimte van de werkkostenregeling (2023: 3%) gaat terug naar 1,92%. De vrije ruimte over een loonsom van meer dan € 400.000, blijft 1,18%. De vrije ruimte over de eerste € 400.000 is daarmee € 4.320 kleiner. Er is dus minder fiscale ruimte om loon aan te wijzen voor de werkkostenregeling. Hoewel dit vorig jaar al is aangekondigd, is het terugdraaien van de eenmalige verhoging wat ons betreft geen goed nieuws.

Aftopping voordeel 30%-regeling

Vorig jaar is aangekondigd het voordeel van de 30%-regeling te maximeren. Deze maatregel gaat in per 1 januari 2024. Vanaf deze datum is het maximale voordeel van de 30%-regeling gemaximeerd op 30% van de salarisnorm uit de Wet normering topinkomens (2024: € 233.000). Het maximale voordeel per maand bedraagt € 5.825 (30% van € 233.000 / 12). Werknemers die in 2023 gebruikmaakten van de 30%-regeling, worden met de aftopping geconfronteerd met ingang van 1 januari 2026. U merkt van de aftopping in principe niets, maar uw werknemer wel. Het voordeel van de 30%-regeling krijgt immers vorm door het belast loon te verlagen in ruil voor een belastingvrije vergoeding. Wel kan het voor buitenlandse werknemers minder aantrekkelijk worden in Nederland te werken. Het (bijna) jaarlijks aanpassen van de 30%-regeling ondermijnt het vertrouwen van u en uw werknemers in het fiscale systeem. Dat moet stoppen.