Een pachtovereenkomst moet bewezen kunnen worden!
Een mondelinge pachtovereenkomst is óók een overeenkomst. Maar hoe kunt u dat bewijzen? Waar moet u rekening mee houden en wat is handig?
Pachtcontract? Een landbouwer had enkele percelen grond in gebruik die eigendom waren van zijn ongehuwde oom. Nadat de oom was overleden, bleek dat de landbouwer één van de erfgenamen was. De andere erfgenamen waren zijn broers en zussen. De landbouwer eiste toen dat er voor de grond die hij in gebruik had, een schriftelijke pachtovereenkomst zou worden vastgesteld tussen hemzelf als pachter en zijn broers en zussen als verpachters. Hij stelde dat hij al mondeling een pachtovereenkomst had gesloten met zijn overleden oom. Volgens die overeenkomst kon de landbouwer ook in de toekomst de grond die hij in gebruik had, blijven pachten. Als tegenprestatie was volgens de landbouwer overeengekomen dat hij alle eigenaarslasten, nl. de ruilverkavelingslasten en waterschapslasten, zou betalen.
Problemen met de erfgenamen?
Geldig? De andere erfgenamen waren het daar mee oneens. Volgens hen kon de overeengekomen vergoeding (betaling van de eigenaarslasten) niet worden beschouwd als een geldige tegenprestatie voor het gebruik van de grond. Dus was er volgens hen ook geen sprake van een geldige pachtovereenkomst. En omdat de landbouwer met de overleden oom alleen mondelinge afspraken had gemaakt zónder getuigen, wilden de broers en zussen geen schriftelijk pachtcontract vastleggen.
Wat zei de rechter hiervan? De rechter zei allereerst dat nu er een andere tegenprestatie is bedongen dan de Pachtwet eist, dit geen gevolgen heeft voor de geldigheid van een pachtovereenkomst. Maar het pachtcontract als zodanig zou daardoor wél in stand blijven. In zoverre kreeg de landbouwer dus wel gelijk.
Hoe? Overeind blijft dat de landbouwer wél zelf het bestaan van het pachtcontract moet kunnen bewijzen. Omdat er geen schriftelijk contract is én omdat er geen getuigen zijn geweest toen de mondelinge afspraken werden gemaakt, moet hij dat met andere middelen doen.
Pachtcontract bewijzen. Volgens de rechter kon de landbouwer het bestaan van een pachtovereenkomst bewijzen als hij kon aantonen dat hij voor de duur van de overeenkomst alle ruilverkavelingslasten en waterschapslasten voor zijn rekening had genomen. Maar helaas voor de landbouwer kon hij dat bewijs niet leveren. Slechts voor één perceel kon hij voor één jaar aantonen dat hij een deel van de eigenaarslasten had betaald. Maar dat was niet genoeg.
Wat is nodig? De landbouwer zei nog dat het voor hem ook niet gemakkelijk was om alle nota’s en betalingsbewijzen over al die jaren te tonen. Maar dat argument was voor de rechter onvoldoende. De landbouwer moest volgens hem weten dat bij het ontbreken van een schriftelijk pachtcontract deze gegevens van groot belang konden zijn als bewijs. Het was dan ook nodig om die stukken zorgvuldig te bewaren. Hij kreeg dus ongelijk.
Een wijze les
Bewijs. Een pachtcontract moet bewezen kunnen worden. Het gebruik van de grond is daarvoor een eerste aanwijzing, maar ook niet meer dan dat! Als u mondelinge afspraken maakt met de verpachter, is het belangrijk dat daarbij anderen als getuigen aanwezig zijn. Ook is het belangrijk om alle nota’s en betalingsbewijzen zorgvuldig te bewaren. Zo kunt u aantonen dat de tegenprestatie voor het gebruik van de grond regelmatig is voldaan. Dat is voldoende om een pachtcontract te bewijzen en schriftelijk vast te laten leggen.