ONTSLAG - 21.11.2006

Met een ontslagvergunning is de kous niet af?

U heeft uw werknemer ontslagen met een ontslagvergunning van het CWI. Dat is immers goedkoper dan ontslag via de rechter omdat u geen vergoeding hoeft te betalen. Maar is dat wel zo?

Eerst het CWI, dan nog eens de rechter?

Dubbele toets. Zelfs als u uw medewerker heeft ontslagen met toestemming van het CWI, kan de kantonrechter dit ontslag tóch ‘onredelijk’ vinden. Met als gevolg dat u alsnog een vergoeding aan uw medewerker moet betalen. En dat terwijl u dacht dat de kous af is met een ontslag mét ontslagvergunning! Hoe zit dat?

Er is als het ware een dubbele toets: eerst beoordeelt het CWI of het dienstverband mag worden beëindigd. Daarna kan de rechter op verzoek van de werknemer opnieuw beoordelen of de opzegging kennelijk onredelijk is. Deze beoordeling van de rechter staat los van het CWI.

Geen kennelijk onredelijk ontslag? Als het contract tijdens de proeftijd wordt opgezegd of als sprake is van een terecht gegeven ontslag op staande voet, dan kan geen sprake zijn van een kennelijk onredelijk ontslag. Dus geen vergoeding.

Wanneer kennelijk onredelijk?

Een kennelijk onredelijke opzegging kan zijn:

• Een opzegging zonder opgave van redenen of onder opgave van een valse of voorgewende reden. Bijvoorbeeld het opgeven van een slechte financiële situatie terwijl de betreffende werknemer niet goed functioneert.

• Een opzegging zonder dat de gevolgen van het verlies van de baan voor de werknemer voldoende zijn opgevangen. Bijvoorbeeld als er geen financiële voorzieningen voor de werknemer getroffen zijn en hij moeilijk ander werk kan vinden na een lang dienstverband.

• Een opzegging die in strijd is met het afspiegelingsbeginsel. Op grond van dit beginsel moeten per categorie uitwisselbare functies van een bedrijfsvestiging de werknemers met het kortste dienstverband het eerst voor ontslag in aanmerking gebracht worden.

Schadevergoeding

Als de rechter van oordeel is dat er sprake is van een kennelijk onredelijke opzegging, kan hij een schadevergoeding toekennen. In de wet zijn er geen richtlijnen opgenomen voor het berekenen van deze vergoeding. De rechter dient op basis van de concrete feiten en omstandigheden de hoogte van de vergoeding te bepalen. Hij let daarbij onder andere op de leeftijd van de werknemer, de lengte van het dienstverband, de positie van de werknemer op de arbeidsmarkt en of hij al ander werk heeft, de reden voor de opzegging en de financiële positie van het bedrijf. In de praktijk lopen schadevergoedingen voor vergelijkbare gevallen sterk uiteen.

Verjaring. De wet geeft een termijn van zes maanden na het einde van het dienstverband waarbinnen een kennelijk onredelijk ontslagprocedure ingesteld moet worden. Als de werknemer gedurende deze termijn blijft stilzitten, is zijn vordering verjaard.

Tip. Zorg voor een goed gemotiveerde ontslagaanvraag bij de CWI. Dit geldt zeker bij een ontslagaanvraag vanwege bedrijfseconomische gronden. Tip. Een rechter zal zeker gevoelig zijn voor uw verweer dat van een kale kip niet te plukken valt. Let op. Vaak zijn er in een CWI-verweerschrift al aanwijzingen aanwezig dat de werknemer een kennelijk onredelijk ontslagprocedure overweegt. Probeer dan de reden voor de kennelijke onredelijkheid weg te nemen door bijvoorbeeld outplacement aan te bieden of een aanvulling op een WW-uitkering of een baan elders maar wel tegen een lager salaris.

Ook als u een ontslagvergunning had voor het ontslag kan uw ex-medewerker soms een schadevergoeding vorderen. U kunt dit voorkomen door bijvoorbeeld outplacement of door een aanvulling op de WW aan te bieden.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01