FISCALE WINST - 02.11.2006

Pril ondernemerschap en aftrekbare kosten

Een veelgestelde vraag is of de kosten die gemaakt worden om een onderneming op te starten, fiscaal aftrekbaar zijn. De rechter heeft onlangs een interessante uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid van voorbereidingskosten.

Onlangs speelde er een zaak bij de Rechtbank Den Haag waarbij het ging over de vraag of de door een gepensioneerde opgerichte boodschappenservice al dan niet een onderneming was. De gepensioneerde had in zijn belastingaangifte door hem gedane uitgaven als verlies uit onderneming opgevoerd. De uitgaven hadden onder andere betrekking op een telefoon en een ADSL-lijn, het vervaardigen en verspreiden van folders, het openen van een antwoordnummer en een jaarabonnement op een postbus.

Standpunt inspecteur

De inspecteur accepteerde dit verlies niet, omdat volgens hem niet was voldaan aan het ‘objectieve vereiste’ dat de onderneming (eventueel in de toekomst) een positieve opbrengst zal geven.

Standpunt rechter

Bedoeling is winst maken. Allereerst overwoog de rechtbank dat van een bron van inkomen sprake is bij deelname aan het economische verkeer, waarbij het behalen van een geldelijk voordeel wordt beoogd (subjectief criterium).

Kans op winst maken. Tevens moet het zo zijn dat het ook redelijkerwijs te verwachten is dat de bron (eventueel in de toekomst) een positieve opbrengst zal geven (objectieve criterium).

Voorbereidende handelingen. Voor de boodschappenservice van de gepensioneerde liep het goed af. Volgens de rechter was hier wel degelijk een bron van inkomen aanwezig.

Met name het vervaardigen en verspreiden van folders en het openen van een postbus en een antwoordnummer kunnen worden aangemerkt als eerste ondernemershandelingen. Vanaf dat moment is er in fiscale zin sprake van een onderneming en niet van hobbyactiviteiten.

Commentaar

Bij handelingen ter voorbereiding van een onderneming wordt door de rechters al vrij snel aangenomen dat er sprake is van een onderneming, ook al draait de onderneming nog niet. Beslissend is dan de bedoeling van de belastingplichtige om een onderneming te beginnen.

Voorbeelden pril ondernemerschap. Een leraar met belangstelling voor antiek kocht op een advertentie een in België uitgeoefende antiekhandel. Hij betaalde € 4.500,- vooruit. De leraar had de antiekhandel zelf nooit gezien. Enkele dagen later bleek dat er geen antiekhandel in het ge­­huur­de pand mogelijk was omdat de eigenaar geen toestemming gaf. De advertentie was ge­­plaatst door de huurder, en de eigenaar wist van niets. De leraar slaagde er niet in zijn geld terug te krijgen.

De rechter besliste dat de aankoop van de antiekhandel een eerste bedrijfshandeling was, hoe onverstandig en overhaast de beslissing ook was. Het verloren bedrag mocht dan ook als bedrijfsverlies worden aangemerkt (Hof Den Haag, nr. 10/1972).

Een onderneemster had voorbereidingen getroffen voor het starten van een adviesbureau. Zij beoogde daarmee voordeel te behalen, hetgeen ook redelijkerwijs viel te verwachten. Het adviesbureau werd uiteindelijk niet gestart. De vrouw ging (on­­verwacht) de politiek in.

De kosten vormden een bedrijfsverlies, ook al vond de voorgenomen activiteit uiteindelijk geen doorgang (Hof Amsterdam, nr. 01/0403).

U kunt de besproken uitspraak downloaden van http://belastingen.indicator.nl (code BT 11.17.07).

Bij handelingen ter voorbereiding van een onderneming wordt door de rechter al vrij snel aangenomen dat er sprake is van een onderneming, ook al draait de onderneming nog niet. De voorbereidingskosten zijn dan fiscaal aftrekbaar.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01