PRAKTIJKORGANISATIE - 20.03.2009

Het EPD komt er (nog niet)

De Tweede Kamer heeft vorige maand het wetsvoorstel voor de invoering van een landelijk Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) aanvaard. Tegelijkertijd werd de invoering uitgesteld tot 2010. Wat staat u te doen?

Waarom? Doel van het EPD is de gegevensuitwisseling tussen hulpverleners en daarmee de kwaliteit van de zorg te verbeteren, het aantal fouten als gevolg van onvolledige of onjuiste informatie te verminderen en de patiënt meer en betere inzagemogelijkheden te geven. De invoering van het landelijk EPD is uitgesteld tot ten minste 2010.

Problemen. Er zitten nogal wat haken en ogen aan, zoals problemen met veiligheid van o.a. toegangspassen en de weergave van onvolledige informatie. Dit is gebleken in de pilotregio’s voor de eerste in te voeren dossiers: het landelijk medicatiedossier en het waarneemdossier huisartsen. Ook op juridisch gebied zijn er knelpunten, zoals rond de aansprakelijkheid bij fouten wegens onvolledige of onjuiste gegevens en bij het niet kunnen raadplegen van het dossier door een storing.

Hoe werkt het landelijk EPD?

Het patiëntenbestand blijft bij de hulpverlener zelf. Via het landelijk schakelpunt (LSP), een soort verwijsindex die aangeeft bij welke hulpverleners in het land informatie over de patiënt te vinden is, is een overzicht beschikbaar van hulpverleners die gegevens over de patiënt hebben vastgelegd. Gegevens uit het patiëntenbestand kunnen worden geraadpleegd door hulpverleners die een behandelrelatie met de patiënt hebben. (Hoe wordt dat gecontroleerd?) De patiënt moet voor toegang toestemming (schriftelijk? mondeling?) geven. Toegang is alleen mogelijk via een door VWS toegekende kaart (UZI-pas), in combinatie met het burgerservicenummer van de patiënt. De patiënt kan bezwaar maken tegen aanmelding van zijn indexgegevens bij het LSP door de hulpverlener. Dat hebben al ruim 330.000 Nederlanders gedaan.

Toegangsregels. De toegangsregels voor hulpverleners moeten nog worden uitgewerkt. Veel hulpverleners geven aan dat landelijke toegang eigenlijk alleen nuttig is voor bepaalde kerngegevens, vooral in acute situaties (antistolling, diabetes en allergieën voor bepaalde medicijnen). Essentieel is eenduidig taalgebruik door alle deelnemers.

Eisen voor hulpverleners

Hulpverleners (artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, tandartsen, etc.) moeten zich op grond van de nieuwe wet verplicht aansluiten bij het landelijk schakelpunt. Hulpverleners moeten patiëntgegevens voortaan elektronisch vastleggen in een zgn. ‘zorginformatiesysteem’ (Goed Beheerd Zorgsysteem). De informatiesystemen moeten zo veilig zijn dat zij in aanmerking komen voor een BSN Zorg Keurmerk (momenteel rond de 10%). U zult de patiënt moeten informeren over de werking van het EPD en de risico’s van zijn verzoek tot afscherming van gegevens.

Tip 1. Als een EPD-project binnen uw organisatie/praktijk start, bepaal dan eerst welke functies het EPD moet hebben (welke gegevenssoorten voor welke doelen, relatie met bestaande dossiers, etc.)

Tip 2. Maak vooraf een overzicht van de juridische eisen op grond van de wetgeving, zoals de patiëntenrechten. Dit moet in het systeem een plaats krijgen. Te vaak wordt dit achteraf bedacht.

Tip 3. Maak een overzicht van toegangsbevoegden en geef aan wat die bevoegdheden (vastleggen, corrigeren, verwijderen, etc.) en gedragsregels (geheimhouding naar derden, etc.) zijn.

Nog lang niet alle problemen zijn opgelost, maar het landelijk EPD gaat er wél komen. Wordt u bij een EPD-project binnen uw organisatie betrokken, bepaal dan eerst de functies die het EPD binnen uw organisatie moet hebben én maak vooraf een overzicht van juridische eisen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01