WOZ - 29.04.2010

Één of twee objecten?

Villa met praktijkruimte. Voor de Rechtbank in Den Bosch speelde onlangs een procedure over de vraag of een vrijstaande villa met praktijkruimte voor de WOZ als één object gezien moet worden (LJN: BL8327). Volgens de gemeente was er sprake van twee objecten. De WOZ-waarde voor de villa was naar waardepeildatum 1 januari 2007 vastgesteld op € 500.500,- en voor de praktijkruimte op € 49.000,-.

Verkocht! De eigenaar heeft de villa inclusief praktijkruimte in februari 2008 verkocht voor € 500.000,-. Volgens de eigenaar moet de villa met praktijkruimte voor de WOZ worden aangemerkt als één onroerende zaak. Verder vindt hij dat de WOZ-waarden te hoog zijn vastgesteld.

Wat zegt de rechter? De Rechtbank is het met de eigenaar eens dat de villa en de praktijkruimte bij elkaar horen. Daarbij is onder meer van belang dat de praktijkruimte al vanaf 2005 niet meer als zodanig in gebruik is. Bovendien is er vanuit de praktijkruimte een verbinding naar de woonkamer in de villa.

Volgens de rechter is de gemeente er ook niet in geslaagd de WOZ-waarde van de woning zelf aannemelijk te maken. De Rechtbank verlaagt daarom de WOZ-waarde. Uitgangspunt daarbij is de in februari 2008 afgesproken koopsom van € 500.000,-. Rekening houdend met de waardestijging van vrijstaande woningen in Noord-Brabant in de periode januari 2007 - februari 2008 van 4,3%, is de WOZ-waarde van het pand op de waardepeildatum € 479.386,- (100/104,3 x € 500.000,-).