RECHT - INCASSO - 14.04.2010

Goede sier maken met mijn geld!

Helaas gebeurt het maar al te vaak: u heeft een keiharde vordering, maar de schuldenaar die werkt via een BV, weigert u te betalen. Anderen krijgen wél betaald. Wat kunt u doen?

Betekening

Als u een vonnis bezit waarin de rechter bepaalt dat uw schuldeiser u een bepaald bedrag moet betalen, zult u (of uw advocaat/jurist) meestal eerst de schuldenaar aanschrijven om het bedrag nu snel aan u te betalen. Doet hij dat niet, dan laat u het vonnis door een deurwaarder bij hem bezorgen. De deurwaarder geeft hem dan nog een paar dagen de tijd om het verschuldigde bedrag te voldoen. Doet hij dat niet, dan zullen zijn spullen in beslag worden genomen en in het openbaar of onderhands (met toestemming van de rechter) worden verkocht.

Alles blijkt verpand

Wachten op uw beurt. Als er beslag wordt gelegd, blijkt vaak dat de in beslag genomen goederen geheel of gedeeltelijk verpand zijn. Dat is dan heel vervelend voor u, want dat betekent dat de opbrengst van de verkochte goederen eerst naar de bank of de schuldeiser gaat die het pandrecht heeft gekregen. Pas als na de verkoop van de verpande spullen de schuld aan de pandhouder is afgelost, komt u aan de beurt.

Wanneer vond verpanding plaats?

De bank. In het kader van een financiering zullen goederen vaak verpand zijn aan een bank. Daar komt u dan pas achter nadat u beslag heeft lagen leggen. Dat de bank in dat soort gevallen via haar pandrecht het eerst aan haar trekken komt, is jammer, maar wel begrijpelijk.

Onder elkaar. Veel vervelender is het als uw schuldenaar een BV is die onderdeel uitmaakt van een groep ondernemingen en waarvan de goederen zijn verpand aan een moeder- of exploitatiemaatschappij. En zéker als er een akte van verpanding is opgemaakt vlak nadat de schuldenaar wist dat hij de rechtszaak tegen u zou gaan verliezen. Door het vestigen van het pandrecht wordt het u dan onmogelijk gemaakt om verhaal te zoeken op de goederen van uw schuldenaar. En als de verpanding min of meer een actie is van bijv. een directeur-grootaandeelhouder (DGA) die alleen maar wil dat u geen cent krijgt, dan is het wellicht verstandig om een faillissementsaanvraag van de schuldenaar-BV te overwegen.

Wat te doen?

Het eerste dat u dan moet doen, is het Handelsregister raadplegen en kijken of er in de balans van de BV een schuld aan groepsmaatschappijen terug te vinden is. Blijkt die schuld behoorlijk groot en ligt die boven de getaxeerde waarde van de in beslag genomen goederen, dan is dat voldoende voor een faillissementsaanvraag.

De schuldenaar-BV heeft dan namelijk nog een andere schuldeiser, náást de schuld aan u (die door de rechter bij vonnis is vastgesteld).

Om een faillissement aan te kunnen vragen moet sprake zijn van twee schuldeisers waarbij één van de schulden direct opeisbaar moet zijn. In dit geval is er een vonnis waardoor de vordering in ieder geval opeisbaar is. Tip. Informeer bij verschillende advocaten naar de kosten van een faillissementsaanvraag. Reken op een bedrag van zo’n € 800,-. Let op. Een faillissement kan betekenen dat u geen cent ontvangt, maar aan de andere kant betekent het ook dat de DGA die u zo ontzettend heeft gedwarsboomd, naar zijn centen in de schuldenaar-BV kan fluiten. En dat kan ertoe leiden dat hij tóch met een betalingsvoorstel komt.

Probeert (de eigenaar van) een BV verhaal onmogelijk te maken door, met het oog op een rechterlijke uitspraak, haar spullen te verpanden, laat dan beslag leggen en vraag vervolgens het faillissement aan. Dat kán uw schuldenaar op andere gedachten brengen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01