Een nieuw contract voor ander werk
Even opfrissen. Natuurlijk kunt u een werknemer een nieuw, tijdelijk contract geven. Volgens het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:668a) is een vierde contract dan wél een vast contract (óók als u iets anders afspreekt). En ook als de ‘keten’ van contracten langer duurt dan drie jaar ontstaat ‘vanzelf’, omdat de wet dat zegt, een vast contract. Pas als de werknemer langer dan drie maanden niet voor u gewerkt heeft, begint er een nieuwe ‘keten’. U kunt dan opnieuw beginnen met een eerste contract.
En de cao dan? De wet geeft de mogelijkheid om van deze telling af te wijken. U mag dat echter niet zelf doen, bijv. in de arbeidsovereenkomst. Afwijken van deze regel mag alleen in de cao. Kijk dus altijd in uw cao als u een volgend tijdelijk contract afspreekt. Let op. Er zijn cao’s die (veel) meer opeenvolgende contracten toestaan, maar er zijn ook cao’s die u verplichten na één of twee contracten al een vast contract te geven.
Wat dan met andere werkzaamheden? Volgens de wet is een vierde contract precies wat er staat: een vierde contract. Het maakt daarbij helemaal niet uit wat voor werkzaamheden de werknemer deed of gaat doen. Dus voor de werknemer die eerst filiaalleider was en een vierde contract krijgt als inkoper is dat vierde contract een vast contract. Tip. U mag voor die nieuwe, andere, functie wél een proeftijd afspreken. U kent de medewerker immers nog niet als inkoper.
Uitzondering voor uitzendkrachten! Als er sprake is van werkgevers die elkaar opvolgen, zoals bijv. bij uitzendkrachten, geldt deze regeling alléén als het gaat om dezelfde werkzaamheden. Als de filiaalleider bijv. eerst als uitzendkracht bij u werkte en in zijn nieuwe functie rechtstreeks bij u in dienst komt, ontstaat er wél een nieuwe keten. Om misverstanden te voorkomen, zetten we dit voor u in een handig schemaatje.
dezelfde werkzaamheden | andere werkzaamheden | |
4e contract werknemer | vast contract | vast contract |
4e contract uitzendkracht | vast contract | tijdelijk contract |