VAR - 01.03.2012

VAR geeft écht zekerheid

VAR-wuo. Een koeriersbedrijf maakt gebruik van pakketbezorgers die voor hun werkzaamheden een VAR-winst uit onderneming (VAR-wuo) van de Belastingdienst hebben gekregen. De pakketbezorgers gebruiken hun eigen auto’s en werken voor meerdere opdrachtgevers. Aanvankelijk werd aan hen een VAR-resultaat uit overige werkzaamheden verstrekt. Na bezwaarschriften ontvingen ze alsnog over 2009 een VAR-wuo. En vervolgens ook over de jaren 2010 en 2011. In een brief van 1 april 2010 stelt de inspecteur dat er sprake is van een echte dienstbetrekking. En dat er daarom sociale premies moeten worden inhouden.

Procedure. Er zitten wat complicaties in de procesgang die we u besparen. Het gaat ons om het resultaat. Want de rechter laat uiteindelijk in het midden of er wel of niet een echte denstbetrekking is. Omdat dat er niet meer toe doet, nu er een VAR-wuo is die niet is ingetrokken.

Lesje wetsgeschiedenis. De rechter te Arnhem (LJN: BV2687) legt gedetailleerd aan de inspecteur uit wat de wetgever voor ogen stond met de VAR-wuo. Namelijk: een zo groot mogelijke zekerheid geven aan een opdrachtgever. Zolang er sprake is van een geldige VAR-wuo is er geen inhoudingsplicht. Niet voor de loonbelasting en niet voor sociale premies. Vindt de Belastingdienst dat er wél inhoudingsplicht is, dan moet de in­­specteur de VAR-wuo intrekken of herzien. Daartegen kan dan uiteraard bezwaar en beroep worden ingesteld. Hetzelfde geldt voor een VAR-dga.

Uitzonderingen. Een opdrachtgever mag vertrouwen op de VAR-wuo of de VAR-dga. Dat is alleen niet het geval als:

• de geldigheidsperiode van de VAR is verstreken;
• de opdrachtgever weet dat het een vervalste verklaring is;
• de opdrachtgever weet dat de werknemer de VAR op onjuiste gronden heeft verkregen.