Staatssecretaris schaft inkeerregeling per 2018 af
Besluit. Volgens staatssecretaris Wiebes van Financiën (besluit van 12.07.2017, nr. 2017-0000129721) is een regeling voor boetevrije inkeer niet meer nodig dankzij intensivering van de uitwisseling van gegevens met buitenlandse autoriteiten. De kans dat belastingplichtigen met verzwegen vermogen tegen de lamp lopen, zou hierdoor almaar groter zijn geworden. Per 2018 is dus het reguliere boeteregime van toepassing op belastingplichtigen die binnen twee jaar alsnog een juiste aangifte doen of informatie verstrekken.
Boete. Als het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat er te weinig belasting is geheven, kan er een vergrijpboete worden opgelegd. Deze vergrijpboete zal, net als voor degenen die pas na twee jaar alsnog een juiste aangifte doen of informatie verschaffen, vooralsnog maximaal 120% van de verschuldigde belasting bedragen. Het alsnog verstrekken van juiste en volledige inlichtingen door een belastingplichtige blijft wel gelden als een strafverminderende omstandigheid, waardoor de boete lager dan maximaal kan zijn.
De huidige regeling
Wat er kan tot 1 januari 2018. Tot 1 januari 2018 kan men nog gebruikmaken van de inkeerregeling om buitenlands vermogen (alsnog) aan te geven. Men betaalt dan 120% boete, indien men langer dan twee jaar na het indienen van een opzettelijk incorrect ingediende aangifte alsnog aangifte doet. Door middel van de inkeerregeling kan men niet-aangegeven banktegoeden, effecten of onroerend goed in het buitenland alsnog aangegeven. Dit geldt ook voor binnenlands(e) vermogen en inkomsten. Indien men niet inkeert en de fiscus het verzwegen vermogen op het spoor komt, gelden er hoge boetes tot maximaal 300%. In het geval van fraude kan er zelfs sprake zijn van strafrechtelijke vervolging.
Fiscus controleert actief. De fiscus zet zich de laatste jaren actief in om zwart geld op te sporen. Voorwaarde voor de inkeerregeling is dat u niet wist of kon vermoeden dat de fiscus weet heeft of krijgt van het verzwegen vermogen. Door inkeer of vrijwillige verbetering kan men weer vrij beschikken over het vermogen en worden eventuele erfgenamen niet met de problemen opgezadeld. Bij inkeren betaalt men een boete, belasting en belastingrente. De boete is het percentage dat men betaalt over de verschuldigde belasting.
Afweging
Inkeren of niet? Uiteraard is men gewoon wettelijk verplicht om volledig en juist aangifte te doen, dus een echte vrije keuze is er eigenlijk niet. In de praktijk kan men echter beslissen om de gok te nemen of niet. De pakkans is niet te berekenen, maar de fiscale schade wel. Als de fiscus het zwarte vermogen zelf op het spoor komt, kan deze de belasting navorderen over een periode van 12 jaar als het om verzwegen buitenlandse banktegoeden gaat. Met boete en rente kan dat flink oplopen.
Bij binnenlands vermogen is de termijn vijf jaar. Als er voor de belastingaangifte indertijd uitstel voor indiening is verleend, wordt de termijn verlengd met de duur van het verleende uitstel. Als het om onroerende zaken in het buitenland gaat, kan de fiscale schade beperkt blijven, want gewoonlijk mag het land waar de onroerende zaak ligt belasting heffen en doet Nederland dat niet op grond van belastingverdragen.