BELASTINGEN - 04.04.2019

Belastingaanslag moet binnen drie jaar, dus?

Belastingaanslagen moeten in beginsel binnen drie jaar na het ontstaan van de belastingschuld worden opgelegd door de Belastingdienst. Zo niet, dan is het meestal te laat. Hoe zit de vork in de steel? Wat kunt u hiermee?

Hoofdregel

Artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalt: “De bevoegdheid tot het vaststellen van de (definitieve) aanslag vervalt door verloop van drie jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan.”

Uitstel voor het doen van aangifte. Indien er voor het doen van aangifte uitstel is verleend door de Belastingdienst, wordt deze termijn met de duur van dit uitstel verlengd.

De belastingschuld ontstaat op het tijdstip waarop het tijdvak waarover de belasting wordt geheven eindigt. We hebben het dan over de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting.

Voorbeeld

In de loop van 2018 heeft u het aangiftebiljet inkomstenbelasting (IB) 2017 ingediend. De aangifte diende uiterlijk 1 mei 2018 te worden ingeleverd, maar uw accountant heeft in het kader van de uitstelregeling voor belastingconsulenten het gebruikelijke uitstel verzocht en gekregen tot 1 mei 2019. Dat is dus 12 maanden uitstel.

De belastingschuld IB 2017 is ontstaan eind 2017. Dat betekent dat u uiterlijk eind december 2021 een definitieve aanslag IB 2017 dient te ontvangen. Zo niet, dan vervalt het recht van de fiscus om een aanslag op te leggen.

Let op. De termijn van drie jaar wordt verlengd met het officieel door de Belastingdienst voor uw belastingaangifte verleende uitstel van twaalf maanden. Dus niet met het werkelijk genoten uitstel, als u eerder inlevert.

Voorlopige aanslagen

Het is natuurlijk mogelijk dat de fiscus u tijdig al een of meer voorlopige aanslagen inkomstenbelasting (IB) 2017 heeft opgelegd. Die moeten allemaal weer aan u worden terugbetaald als de definitieve aanslag te laat is!

Het is dus mogelijk dat u alle belasting over 2017 al heeft betaald op voorlopige aanslag(en) en dat de definitieve aanslag dus nihil is. Niets mee te maken: u heeft recht op teruggaaf van alle betaalde voorlopige aanslagen indien de definitieve aanslag te laat is!

Komt dat nu vaak voor?

Niet zo vaak! De fiscus zal in zo’n geval mogelijk proberen om u te bewegen om de belasting onverplicht toch te betalen. Belastingplichtigen kunnen daarmee akkoord gaan. Dat kan zijn uit angst voor represailles, uit morele overwegingen of andere motieven. Dat is allemaal prima, als u maar weet dat u in uw recht staat als u daar niet mee akkoord gaat.

Vijf jaar navorderen

Langere navorderingstermijn. De driejaarstermijn geldt alleen als u aangifte heeft gedaan. Als u dat niet, onvolledig of onjuist heeft gedaan, kan de fiscus vijf jaar (plus de termijn van het verleende uitstel) lang navorderen. Navorderen kan onder andere als de fiscus binnen die vijf jaar nieuwe informatie ontvangt waaruit blijkt dat er te weinig belasting is geheven. Als u nooit aangifte heeft gedaan, is alle informatie nieuw voor de fiscus en mag er dus nagevorderd worden.

De fiscus dient zich bij het opleggen van aanslagen aan de wettelijke termijnen te houden. Worden die overschreden, dan vervalt het recht van de fiscus. De fiscus zal in zo’n geval mogelijk proberen om u te bewegen om de belasting onverplicht toch te betalen. U staat in uw recht als u hier niet mee akkoord wilt gaan.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01