Verkoop dochter-BV en fiscale eenheid, wat nu bewaken?
Fiscale eenheid
Vennootschapsbelasting. Als er tussen de holding-BV en de werk-BV een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting bestaat, wordt er maar één aanslag vennootschapsbelasting opgelegd en wel aan de holding-BV. Die betaalt dan de vennootschapsbelasting van beide BV’s. Dat kan voordelig zijn als de ene BV winst maakt en de andere BV verlies: dat kan dan meteen met elkaar verrekend worden. Als de werk-BV wordt verkocht, eindigt de fiscale eenheid en beginnen de problemen. Lees verder wat te doen.
Einde fiscale eenheid door verkoop
Tot 2004. Tot 2004 was het zo dat bij verkoop van de aandelen in de werk-BV in een jaar, stel 2003, de fiscale eenheid met terugwerkende kracht tot 1 januari 2003 eindigde. Dit betekende veelal dat de werk-BV over 2003 zelf aangifte vennootschapsbelasting moest doen en zelfstandig belast werd voor de winst over heel 2003. Dat was redelijk overzichtelijk.
Huidige regeling voor fiscale eenheid
Moment van verkoop. Tegenwoordig eindigt de fiscale eenheid niet per 1 januari maar op het moment waarop de aandelen in de werk-BV verkocht worden. Bij verkoop op 1 juli 2019 is dat dus halverwege het jaar. Dit betekent dat de holding-BV belasting betaalt over het resultaat van de werk-BV van het eerste half jaar en dat de werk-BV zelf de vennootschapsbelasting betaalt over de tweede helft van het jaar.
Holding. Als er in de eerste helft van 2019 winst is gemaakt door de werk-BV, zal de holding dus de belasting over die winst moeten betalen. Dat is lang niet vanzelfsprekend. De koopsom van de aandelen zal immers veelal bepaald worden op basis van een tussenbalans per 1 juli 2019. De belasting over het eerste halfjaar is in die balans normaliter als schuld opgenomen en verlaagt aldus de koopsom. Anders gezegd: de koper van de aandelen mag de belasting over de eerste helft van 2019 van de koopsom aftrekken, maar het is de verkoper van de aandelen die deze belasting betaalt. Toch iets om rekening mee te houden!
Wat dus regelen in het koopcontract?
Voor wiens rekening? Om dit goed te regelen moeten de koper en de verkoper van de aandelen in de koopovereenkomst duidelijk afspreken voor wiens rekening de vennootschapsbelasting van de verkochte werk-BV komt. Als deze voor rekening van de koper c.q. de werk-BV komt, moet dat worden opgenomen in de koopovereenkomst. De holding kan dan na betaling de belasting doorberekenen aan de koper of aan de werk-BV.
Alles op een rijtje gezet
Ingewikkeld? Ja, dat is ingewikkeld! Nog een keertje alles op een rijtje gezet dus:
- als uw holding-BV en uw werk-BV een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting zijn; en
- de holding verkoopt de aandelen in de werk-BV in de loop van het jaar;
- dan betaalt de holding de vennootschapsbelasting van de werk-BV over de periode tot aan de verkoopdatum.
Let op. Als dat niet de bedoeling is, moeten de koper en de verkoper dat onderling in de koopovereenkomst regelen.