Thuiswonende broer en zus (ongewenst) partners

Fiscale partner. Voor de belastingwet wordt als fiscale partner aangemerkt uw echtgenoot, uw geregistreerde partner of als u ongehuwd bent uw meerderjarige partner waarmee u een notarieel samenlevingscontract bent aangegaan en op hetzelfde adres staat ingeschreven.

Afwijkend partnerbegrip. Er kan echter ook sprake zijn van partnerschap als niet aan een van de hiervoor genoemde situaties wordt voldaan. Voor zowel de inkomstenbelasting als de schenk- en erfbelasting geldt namelijk een afwijkend partnerbegrip dat is gericht op samenwoners.

Schenk- en erfbelasting

Voorwaarden partnerschap. Voor de schenk- en erfbelasting worden samenwoners ook als fiscale partners aangemerkt als zij zes maanden voor het overlijden of twee jaar voor de schenking aan de volgende voorwaarden voldoen:

• zij zijn beiden meerderjarig;
• zij zijn ingeschreven op hetzelfde adres;
• zij hebben ingevolge een notarieel samenlevingscontract een wederzijdse zorgplicht;
• zij zijn geen bloedverwanten in de rechte lijn; en
• zij voldoen niet met een ander aan deze voorwaarden.

Cumulatief. Alleen als aan alle hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan, zijn samenwoners fiscale partners voor de schenk- en erfbelasting.

Uitzondering. Op deze regeling geldt echter één uitzondering. Als de samenwoners gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaar staan ingeschreven op hetzelfde adres, komt het derde vereiste inzake de wederzijdse en notarieel vastgelegde zorgverplichting te vervallen.

Broer en zus

Vanaf 23 jaar. Als gevolg van deze uitzonderingsbepaling worden thuiswonende meerderjarige kinderen ongewild en wellicht onbewust automatisch als partner aangemerkt op hun 23^e  jaar als zij vanaf hun 18^e  jaar thuis wonen. Ze voldoen namelijk aan alle voorwaarden, rekening houdend met de uitzonderingsregel.

Eén persoon. Doordat de broer en zus automatisch als partner kwalificeren, worden zij voor de schenkbelasting als één persoon aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat schenkingen aan hen afzonderlijk worden aangemerkt als één schenking. Er kan dan ook nog maar één keer gebruik worden gemaakt van de schenkingsvrijstelling.

Voorbeeld.Roy (26 jaar) en Linda (23 jaar) zijn broer en zus en wonen al hun hele leven thuis bij hun ouders. Hierdoor kwalificeren zij automatisch als partner voor de schenk- en erfbelasting. De ouders willen dit jaar aan zowel Roy als Linda het belastingvrije bedrag van € 6.604 schenken. Roy en Linda worden als één persoon aangemerkt, waardoor zij maar één keer gebruik kunnen maken van de vrijstelling van € 6.604. Over de overige € 6.604 zijn zij € 660 schenkbelasting verschuldigd.

Minder schenken of wachten …

Delen door twee. De ouders uit het voorbeeld hadden belastingheffing kunnen voorkomen door aan ieder een bedrag van € 3.302 (€ 6.604 gedeeld door twee) te schenken.

Het huis uit. Een ander mogelijkheid is wachten tot een van hun kinderen uit huis gaat, zodat het partnerschap automatisch wordt beëindigd en zij ieder afzonderlijk gebruik kunnen maken van de schenkingsvrijstelling.