‘Boxhoppen’ met verlies
Belastingkorting vervangt verlies
Wanneer een verlies in box 2 is ontstaan, maar dit verlies niet meer kan worden verrekend met inkomsten vanwege het ontbreken van een aanmerkelijk belang, is dat gelukkig nog niet het einde. Het verlies kan worden omgezet in een belastingkorting voor box 1 ter grootte van 26,9% van het ab-verlies. Op deze manier hoeft het verlies dus niet verloren te gaan. Het is overigens niet vereist om het gehele verlies om te zetten. Op grond van een goedkeuring (stcrt. 2018 15751 onderdeel 7.2) kan verzocht worden slechts een deel van het verlies om te zetten. Dit kan soms voordeliger zijn. Let wel, het restantverlies blijft dan in box 2 en kan niet meer worden omgezet in een korting.
Geen aanmerkelijk belang
Om het verlies te mogen omzetten in een korting mogen zowel de belastingplichtige als de partner geen ab meer hebben. Op dat moment is er immers geen zicht meer op verrekening van het verlies. Ter voorkoming van misbruik kan het verlies pas (definitief) worden omgezet als na het einde van het ab twee volledige belastingjaren zijn verstreken.
bz-advies
Let op: het verlies moet bij beschikking zijn vastgesteld om te kunnen worden omgezet in een belastingkorting.
Verzoek bij de Belastingdienst
Om het verlies te kunnen verrekenen in box 1 moet een verzoek worden gedaan bij de Belastingdienst. Zoals gezegd, moeten er twee volledige belastingjaren zonder ab zijn verstreken. Echter, er kan al eerder een verzoek tot omzetting worden gedaan, namelijk vanaf het begin van het tweede volledig ab-loze jaar. Mocht in het tweede jaar toch nog een ab ontstaan bij de belastingplichtige of diens partner, dan wordt de beschikking herzien. Overigens kan ook pas later, bijv. in jaar vier, een verzoek tot omzetting worden gedaan.
Verliesverrekening
Wanneer het verlies is omgezet, wordt de korting verrekend met het eerste nog niet onherroepelijk vaststaande belastingjaar. Het tijdstip van het verzoek zelf is niet leidend voor de verrekening. Een verzoek in jaar drie kan derhalve nog leiden tot verrekening in jaar twee als dat jaar nog niet onherroepelijk vaststaat. De korting kan in het tweede ab-loze jaar worden verrekend en de zeven daaropvolgende jaren, maar uiterlijk in het negende jaar na het ontstaan van het verlies. Besef hierbij goed dat verliezen ook uit eerdere jaren dan het jaar van het einde van het ab kunnen zijn. De verliesverrekeningstermijn komt overeen met het ondernemingsverlies in box 1. Let op: de termijn is dus langer dan de huidige termijnen in box 2 (sinds 2019 zes jaar vooruit). Het verlies wordt niet middels carry back verrekend.
bz-advies
De korting wordt verrekend bij de partner aan wie het verlies indertijd is toegerekend. Als de partner zonder ab meer verdient in box 1, kan het vanwege de belastingkorting interessant zijn het verlies aan de partner zonder ab toe te rekenen. Op grond van de toerekeningsregels is dit mogelijk.
Overlijden
Wanneer een belastingplichtige overlijdt, is dat niet het einde van de verliesverrekening. Overlijdt een belastingplichtige zonder partner tijdens de wachttijd voor het verzoek tot korting, dan wordt de verdere wachttijd terzijde geschoven. In het jaar van overlijden kan dan op verzoek nog rekening gehouden worden met de belastingkorting (art. 4.53 lid 1 wet ib 2001) . Als de belastingplichtige wel een partner heeft, dan wordt het verlies toegerekend aan de partner die de wachttijd tot het verzoek voor korting zelf verder moet volmaken (art. 4.49 lid 4 wet ib 2001) . Wanneer het verlies reeds is omgezet in een korting, maar deze nog niet (volledig) is gebruikt in box 1, wordt de korting toegerekend aan de partner. Deze kan de korting dan alsnog onder dezelfde voorwaarden verrekenen met diens box 1-inkomen (art. 4.53 lid 5 wet ib 2001) .