OVERDRACHTSBELASTING - 13.07.2022

Juridische (ruzie)splitsing en de vrijstelling overdrachtsbelasting

De juridische splitsing is een fenomeen dat we in de praktijk vaak tegenkomen om een gewenste ondernemingsstructuur te creëren. Wat moet u hier nu over weten? Hoe kan er een vrijstelling overdrachtsbelasting worden gerealiseerd?

Juridische splitsing

Via de juridische splitsing wordt in de praktijk vaak een gewenste ondernemingsstructuur gecreëerd. Denk hierbij aan twee aandeelhouders die samen via één holding in een werkmaatschappij participeren. Vaak is het dan toch gewenst om ieder een eigen holding-BV te hebben. Deze juridische splitsing wordt ook wel aangeduid met de term ruziesplitsing.

Bedrijfsopvolgingsregeling

Ook in het kader van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) wordt de juridische splitsing vaak toegepast. De BOR is namelijk alleen van toepassing als er sprake is van een materiële onderneming en dan nog alleen voor zover het vermogen in de BV ondernemingsvermogen betreft (met een uitzondering van 5% voor het beleggingsvermogen).

Juridische splitsing. Voorafgaand aan een schenking van aanmerkelijkbelangaandelen wordt vaak een juridische splitsing toegepast om een splitsing aan te brengen tussen het ondernemingsvermogen en het beleggingsvermogen. Op deze manier wordt een ondernemingsstructuur gecreëerd waarin het mogelijk is alleen het ondernemingsvermogen te schenken en dus de BOR volledig te kunnen toepassen.

Echtscheiding

Ook bij echtscheidingen zien we de ruziesplitsing terug, bijv. als het vermogen nagenoeg geheel is ondergebracht in een BV-structuur en dit vermogen tussen beide echtelieden moet worden verdeeld. Een splitsing waarbij ieder van de echtgenoten één BV krijgt, kan dan uitkomst bieden.

Juridische splitsing in de Vpb

Via de faciliteit van juridische afsplitsing (art. 14a Wet Vpb 1969) is het zonder fiscale gevolgen mogelijk een deel van het vermogen af te splitsen naar een nieuw op te richten BV. In lid 6 van artikel 14a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is bepaald dat de faciliteit niet van toepassing is als de splitsing in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Hieraan is toegevoegd dat de splitsing, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt, geacht wordt in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing als de splitsing niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen, zoals herstructurering of rationalisering van de actieve werkzaamheden van de splitsende en de verkrijgende rechtspersonen. In het kader van een splitsing gevolgd door een schenking is goedgekeurd dat dit geacht wordt plaats te vinden op grond van zakelijke overwegingen.

Overdrachtsbelasting

Net als voor de vennootschapsbelasting kent ook de overdrachtsbelasting een vrijstelling in geval van een juridische splitsing. Dit is geregeld in artikel 15, lid 1h van de Wet op belastingen van rechtsverkeer jo. artikel 5c van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer.

Voorwaarden. De voorwaarden waaronder de vrijstelling voor de overdrachtsbelasting wordt gegeven, zijn wettelijk identiek aan de voorwaarden voor de vrijstelling vennootschapsbelasting, namelijk: de splitsing mag niet zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Ook hier geldt dat de splitsing, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt, wordt geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing als de splitsing niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen, zoals herstructurering of rationalisering van de actieve werkzaamheden van de splitsende en de verkrijgende rechtspersonen.

Praktijk

Hoewel de wettelijke bepalingen in de vennootschapsbelasting en de overdrachtsbelasting identiek zijn, blijkt in de praktijk dat voor de overdrachtsbelasting soms andere criteria worden aangehouden dan voor de vennootschapsbelasting.

Hoge Raad

In het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2020 oordeelde de Hoge Raad dat de vraag of de splitsingsvrijstelling voor de vennootschapsbelasting van toepassing is verklaard, omdat er geen sprake is van (ongeoorloofd) uitstel of ontgaan van vennootschapsbelasting, niet in de weg staat aan een zelfstandig oordeel ten aanzien van de overdrachtsbelasting. Een positief besluit van de inspecteur over de vennootschapsbelasting leidt dus niet automatisch tot de conclusie dat er ook geen overdrachtsbelasting wordt ontgaan.

Uitspraak Hof ‘s-Hertogenbosch

De Hoge Raad heeft op 18 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:2078) het hiervoor genoemde arrest gewezen en de zaak terugverwezen naar Hof ’s-Hertogenbosch. Het hof heeft op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in deze zaak (ECLI:NL:GHSHE:2022:1477) .

Wat speelde er? Het ging om de hiernavolgende kwestie. Een broer en zus waren ieder voor 50% aandeelhouder in een onroerendgoedlichaam (art. 4 WBRV) . Ook waren zij allebei bestuurder in deze BV.

Ruziesplitsing

Er heeft een ruziesplitsing plaatsgevonden waarbij een beroep is gedaan op de vrijstelling van de overdrachtsbelasting op basis van artikel 15, lid 1h van de Wet op belastingen van rechtsverkeer jo. artikel 5c van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer. De achtergrond van de ruziesplitsing was in dit geval ook daadwerkelijk een ruzie en tegengestelde belangen in de BV.

Zakelijke overwegingen?

Belastingplichtigen zijn van mening dat er sprake is van een ruziesplitsing, gebaseerd op zakelijke overwegingen. De inspecteur stelt dat de splitsing is ingegeven door fiscale motieven en dat het doel ook via een andere route kan worden bereikt, namelijk via verkoop.

Hof. Het hof komt tot de conclusie dat er sprake is van zakelijke overwegingen. Immers, bedoeld is dat de vermogensbestanddelen worden verdeeld tussen broer en zus als gevolg van het conflict dat tussen hen bestaat. Door het conflict wordt ook de besluitvorming binnen de BV bemoeilijkt. Hiermee is het einddoel van de splitsing naar de mening van het hof zakelijk.

Terecht. De inspecteur heeft het standpunt ingenomen dat het einddoel ook op een andere manier had kunnen worden bereikt. Hierover oordeelt het hof dat een belanghebbende mag kiezen voor de fiscaal meest gunstige weg. Het hof komt hiermee tot de uitspraak dat terecht een beroep is gedaan op de vrijstelling overdrachtsbelasting in het kader van een juridische splitsing.

Wat kunt u hier nu mee?

Met de uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch is er meer duidelijkheid gekomen over de zakelijke overwegingen, zoals opgenomen in de splitsingsvrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Er zullen altijd nog wel casussen zijn waarbij er verschillend wordt gedacht over de vrijstelling in de vennootschapsbelasting en de overdrachtsbelasting, maar met deze uitspraak lijkt de uitleg in de meeste gevallen toch identiek te moeten zijn.

Hof ‘s-Hertogenbosch heeft nu beslist dat er terecht een beroep is gedaan op de vrijstelling overdrachtsbelasting in het kader van een juridische splitsing. Er is sprake van zakelijke overwegingen. Immers, bedoeld is dat de vermogensbestanddelen worden verdeeld tussen broer en zus als gevolg van het conflict dat er is.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01