LIQUIDATIEVERLIESREGELING - 30.11.2023

Let op de driejaarstermijn bij de liquidatieverliesregeling

Een liquidatieverlies van een dochtervennootschap is slechts aftrekbaar bij vereffening van de dochtervennootschap binnen drie jaar na staking van de onderneming.

Liquidatieverliesregeling

Voor de deelnemingsvrijstelling is een verlies op een deelneming in principe niet aftrekbaar. Dit is slechts anders in geval van een liquidatieverlies. In artikel 13d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is opgenomen dat een moedermaatschappij bij liquidatie van een dochtermaatschappij een liquidatieverlies mag nemen. Het liquidatieverlies wordt als volgt bepaald:

opgeofferd bedrag voor de dochtermaatschappij-/- voordelen uit hoofde van de deelneming -/- eventuele liquidatie-uitkeringen.

Driejaarstermijn

Vanaf 2021 is de liquidatieverliesregeling op twee punten aangescherpt. Allereerst is het aftrekbare bedrag van het liquidatieverlies onder voorwaarden beperkt. Daarnaast is het liquidatieverlies slechts aftrekbaar als de vereffening van de onderneming is voltooid in uiterlijk het derde kalenderjaar na het jaar waarin de onderneming is gestaakt. Als de onderneming al langer is gestaakt, mag de moedervennootschap geen liquidatieverlies meer nemen.

Verlenging driejaarstermijn De driejaarstermijn kan worden verlengd als de moedervennootschap aannemelijk kan maken dat het uitstel van de vereffening niet is gericht op het ontgaan of uitstellen van vennootschapsbelasting (tegenbewijsregeling). Op de moedervennootschap rust hiervoor een zware bewijslast. De fiscus is immers niet altijd in staat om de omstandigheden van de belastingplichtige te controleren, bijv. bij juridische of procedurele beletselen voor de liquidatie van een in het buitenland gevestigde vennootschap.

Let op. De enkele reden dat een liquidatieprocedure in het buitenland niet eenvoudig is of tijdrovend is, is niet voldoende om de driejaarstermijn te mogen verlengen.

Staking van de onderneming

Om de driejaarstermijn te bepalen, is het belangrijk vast te stellen wanneer er sprake is van een staking of een besluit hiertoe. In de memorie van toelichting is hierover het nodige gezegd. Van gehele staking is sprake als de activiteiten van de onderneming zijn beëindigd. Bij de beoordeling of een onderneming (nagenoeg) is gestaakt, worden alle omstandigheden van het geval meegenomen. Denk hierbij aan personeelsbezetting, arbeidsintensiteit, omzet en bezittingen in verhouding tot de specifieke bedrijfstak. Er kunnen ook informele aanknopingspunten zijn als indicatie dat de onderneming zal worden gestaakt. Een formeel besluit is dus niet per se vereist.

Let op. Het gaat om de oorspronkelijke ondernemingsactiviteit. Als dit in het verleden steeds het aanhouden van beleggingen of verrichten van houdsteractiviteiten was, dan is ook dit nog steeds een ondernemingsactiviteit voor deze bepaling.

Nagenoeg geheel staken In de wet staat uitdrukkelijk dat het niet alleen gaat om een volledige staking van de ondernemingsactiviteiten, maar ook om het ‘nagenoeg geheel staken’ (voor 90% of meer) van de onderneming. Zo voorkomt de wetgever dat de hoofdactiviteiten worden gestaakt en een klein deel van de onderneming wordt doorgezet, om zo de ingangsdatum van de driejaarstermijn uit te stellen.

Overgangsrecht

Voor vennootschappen waarbij voor 1 januari 2021 is besloten tot staking van de ondernemings(activiteiten) is overgangsrecht van toepassing. Voor deze vennootschappen is de driejaarstermijn al voor een deel of zelfs geheel verstreken. Het zou zomaar kunnen zijn dat deze dochtermaatschappij al in 2015 de activiteiten heeft gestaakt. Voor deze vennootschappen geldt dat uiterlijk op 31 december 2023 de vereffening van het vermogen moet zijn voltooid. Als de moedervennootschap een geslaagd beroep kan doen op de tegenbewijsregeling, mag het liquidatieverlies ook nog na 31 december 2023 worden genomen.

bz-advies

In de praktijk is 2023 is het eerste jaar waarin we aanlopen tegen deze bepaling. Met toepassing van het overgangsrecht moet een vennootschap waarbij voor 2021 is besloten tot staking, voor 31 december 2023 worden geliquideerd. Voor klanten is deze bepaling van belang voor de overweging of een onderneming wordt voortgezet of toch geliquideerd. Wees hierop alert om te voorkomen dat een liquidatieverlies verdampt.

De vereffening van een dochtervennootschap moet binnen drie jaar na staking van de onderneming plaatsvinden om een liquidatieverlies te kunnen nemen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01