STUDIE - 13.11.2023

Werknemer bij vertrek nog laten betalen voor opleiding?

Om kosten te besparen en dus uit bedrijfseconomische redenen, biedt u uw werknemer een andere functie aan. Zou u de hiervoor noodzakelijke opleiding nog in rekening mogen brengen bij vertrek van de werknemer?

Functiewijziging. Ada werkt sinds 1 augustus 2018 bij architectenbureau Ark BV. Vanaf 2020 lopen de opdrachten terug en de werkgever besluit maatregelen te treffen om de kosten te beperken. Ark BV biedt Ada een andere functie aan. Zo kan ze nog in dienst blijven en wordt een ontslag voorkomen. Om deze functie uit te oefenen, is er wel een opleiding vereist van maar liefst € 4.400. Geen probleem, zo denkt Ada, goed voor mijn cv! Binnen Ark BV geldt er een personeelshandboek met daarin een studiekostenregeling. Ada twijfelt. Zij vindt het eigenlijk niet zo’n goed idee om een terugbetalingsregeling overeen te komen. Zij vraagt toch niet om een andere functie? Ze vindt het ook prima om haar oude functie te behouden.

Hoe werkt het ook al weer?

Als partijen een studiekostenregeling mogen overeenkomen, dan gelden de volgende uitgangspunten:

  1. de periode waarin de werkgever geacht wordt baat te hebben van de door de studie opgedane kennis en vaardigheden - de baatperiode - moet zijn vastgesteld;
  2. in deze periode moet de terugbetalingsverplichting verminderen in evenredigheid tot de duur van het dienstverband, dus in een glijdende schaal.

Vanuit rechterlijk zicht? Echter, zelfs al is de studiekostenregeling naar behoren overeengekomen, dan kan een verzoek tot terugvordering niet redelijk zijn als het initiatief tot beëindiging van de werkgever komt. De werknemer wordt dan immers de kans ontnomen aan zijn verplichtingen te voldoen. Strijdig met goed werkgeverschap kan zijn als een terugvordering volgt terwijl er een contract voor bepaalde tijd geldt (ECLI:NL:RBAMS:2017:65) .

Nieuwe regelgeving sinds augustus 2022

Sinds augustus 2022 geldt er nieuwe regelgeving. De Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden is toen in werking getreden. Op grond van deze wet worden de mogelijkheden om studiekosten te verhalen op de werknemer beperkt. Het nieuwe artikel 7:611a lid 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de werkgever voor scholing die hij verplicht is te verstrekken, geen kosten in rekening mag brengen bij zijn werknemer. Van belang is bovendien dat de werknemer de gelegenheid krijgt scholing tijdens werktijd te kunnen volbrengen. Deze tijd wordt dan beschouwd als werktijd.

Noodzakelijke opleiding?

De wetsgeschiedenis informeert wat er wel of niet onder valt. Scholing die voorkomt dat de werknemer disfunctioneert, is een noodzakelijke opleiding waardoor een studiekostenbeding niet meer is toegestaan. Hetzelfde geldt voor scholing die nodig is om de werknemer in staat te stellen mee te gaan met technologische ontwikkelingen ingevolge zijn functie. In beginsel valt er niet onder een opleiding die noodzakelijk is voor een diploma of certificaat waarover de werknemer al bij eerste aanvang van werkzaamheden dient te beschikken.

Voortzetting arbeidscontract. En dan is er nog de scholing die voortzetting van het arbeidscontract mogelijk maakt in het geval de functie vervalt, zoals bij Ada. Dit is geregeld in artikel 7:669 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Ark BV dient Ada in staat te stellen zich door scholing binnen een redelijke termijn te kunnen kwalificeren voor een andere passende functie nu haar functie komt te vervallen. Terugbetaling hiervan is niet toegestaan. Afspraken hierover zijn nietig, oftewel: geacht nooit te hebben bestaan.

Voor noodzakelijke opleidingen is het niet meer toegestaan terugbetaling af te spreken middels een studiekostenbeding. Dit volgt uit recente regelgeving: de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01