Sluitingen drugspanden door burgemeesters onder de loep
Bestrijden drugscriminaliteit. In Nederland spelen burgemeesters een belangrijke rol in de strijd tegen drugscriminaliteit. Artikel 13b van de Opiumwet - ook bekend onder de Wet Damocles - geeft burgemeesters de bevoegdheid om een pand te sluiten als er drugshandel en/of drugsproductie plaatsvindt.
Burgemeesters sluiten vaak te snel
Recent onderzoek. Uit onderzoek blijkt dat de sluiting van een drugspand lang niet altijd rechtmatig is. Van de 350 rechtelijke uitspraken die werden onderzocht, bleek in ruim 100 gevallen dat de burgemeester te snel tot een sluiting was overgegaan. In veel gevallen werd de maatregel door de rechter als onevenredig gezien of was de openbare orde niet zo erg verstoord dat een sluiting gerechtvaardigd was.
Bevoegdheid tot sluiting. Op grond van de Wet Damocles is de burgemeester bevoegd om een pand te sluiten als hierin drugs worden aangetroffen of als de productie of handel daarvan wordt voorbereid. Maar als de burgemeester deze bevoegdheid heeft, wil dat nog niet zeggen dat hij deze ook echt mag toepassen. De sluiting moet (dus) ook noodzakelijk en evenredig zijn.
Toetsingskader
De rechter hanteert het volgende toetsingskader:
- Is de burgemeester bevoegd om over te gaan tot het opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van de Wet Damocles? en
- Is het besluit van de burgemeester evenredig? Deze tweede vraag beantwoordt de rechter aan de hand van de volgende subvragen:
- Is de opgelegde maatregel geschikt om het doel te bereiken?
- Is de opgelegde maatregel noodzakelijk ter bescherming van het woon- en leefklimaat en het herstel van de openbare orde gelet op de aard en de omvang van de overtreding?
- Is de opgelegde maatregel evenredig gelet op de gevolgen voor de betrokkenen en de met de sluiting te dienen doelen?
Noodzaak en gevolgen van de sluiting
Is er sprake van ordeverstoring? In bepaalde situaties is er sneller sprake van een noodzaak om een drugspand te sluiten. Denk bijv. aan de situatie waarbij er een handelshoeveelheid harddrugs aanwezig is of als er sprake is van herhaaldelijke overtredingen (recidive). Ook de vraag of de gevonden drugs daadwerkelijk in of vanuit het huis verhandeld worden, is van belang. In dat laatste geval kan met een sluiting de bekendheid van de woning als drugspand worden weggenomen en zo de ‘loop’ naar het pand eruit worden gehaald.
Gevolgen voor bewoners. De burgemeester moet zich bij de beslissing om een pand te sluiten ook afvragen wat de sluiting betekent voor de hoofdbewoner en diens huisgenoten. Daarbij moeten diens woonbelangen worden afgewogen tegen de belangen die met de sluiting zijn gemoeid. Het na de sluiting niet meer kunnen terugkeren in de huurwoning en de plaatsing van de huurder op een zogenoemde ‘zwarte lijst’, zijn hierbij factoren die van belang zijn. Deze afweging wordt door burgemeesters nu kennelijk te weinig gemaakt.
Dwangsom. Is sluiting van pand niet noodzakelijk en/of evenredig, dan kan de burgemeester als alternatief overwegen om een dwangsom op te leggen. De overtreder moet dan een geldbedrag betalen als hij nogmaals de fout ingaat.