Niet aanzeggen kan u duur komen te staan
Nieuwe regel
Sinds 1 januari 2015 moet u een tijdelijk contract van minstens zes maanden ‘aanzeggen’: u moet een werknemer met een tijdelijk arbeidscontract uiterlijk één maand voor afloop van dat contract schriftelijk laten weten of zijn contract wél of juist niet wordt verlengd. Wilt u het contract verlengen, dan moet u aangeven onder welke voorwaarden u dat doet. U hoeft geen reden op te geven waarom het contract al dan niet wordt verlengd.
Waarom? Deze aanzegverplichting bestaat om de werknemer de kans te geven maatregelen te treffen, bijv. om op zoek te gaan naar een andere baan.
Vergeten aan te zeggen = boete
Boete. Als u deze aanzegverplichting niet nakomt, kan de werknemer een vergoeding eisen van maximaal één maandsalaris. Bent u ‘alleen maar’ te laat met aanzeggen, dan heeft hij recht op een ‘pro rata’-vergoeding. Voorbeeld: Laat u de werknemer bijv. pas één week voor afloop van zijn contract weten dat u zijn contract niet verlengt, dan bent u hem een vergoeding van één maand minus één week verschuldigd.
Schade niet verplicht. Het is niet van belang of de werknemer ook daadwerkelijk schade heeft geleden. Ook zonder schade kan hij, binnen drie maanden na het einde van zijn contract, een vergoeding eisen.
Hoogte van de boete. Het maandsalaris staat echter niet altijd vast. Hoe de vergoeding dan moet worden berekend, wordt duidelijk uit een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, 22.09.2015 (RBMNE:2015:6385) .
Hoe berekent u die boete?
Niet aangezegd. Het ging hier om werkneemster Rita die één maandsalaris van haar ex-werkgever had gevorderd, omdat hij haar niet had laten weten dat haar arbeidscontract niet zou worden verlengd. De kantonrechter wees haar vordering toe. Maar hoeveel is één maandsalaris?
Regels van de minister. De minister heeft speciale regels gemaakt voor het berekenen van de vergoeding bij de aanzegplicht en de transitievergoeding. Daaruit blijkt dat onder ‘maandloon’ wordt verstaan het bruto-uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Als er geen of een wisselende arbeidsduur is overeengekomen, moet het uurloon worden vermenigvuldigd met het gemiddelde aantal gewerkte uren per maand.
Werkdagen. In dit geval was afgesproken dat de werkneemster € 13,36 bruto per uur ontving, vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per week (38 uur). Volgens de kantonrechter moet de wekelijks overeengekomen arbeidsduur daarom eerst worden omgerekend naar de overeengekomen arbeidsduur per maand. Daarbij staat ’arbeidsduur’ voor werkdagen, en dus niet voor kalenderdagen. Er moet dus niet worden gerekend met 28, 30 of 31 kalenderdagen, maar met 20, 21 of 22 werkdagen per maand. In 2015 bevatte de maand juni 22 werkdagen. Het brutomaandsalaris van de werkneemster moet daarom als volgt worden berekend: 38 uur per week : 5 werkdagen = 7,6 uur per werkdag. 7,6 x € 13,36 x 22 = € 2.233,79. Dit bedrag moet de werkgever vanwege het niet in achtnemen van de aanzegverplichting aan de werkneemster betalen.