RUIMTELIJKE ORDENING - 30.03.2007

Ruimte voor Ruimte

Op basis van in het jaar 2000 gemaakte afspraken tussen de Ministeries van Landbouw Natuur en Visserij (LNV) en Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), diverse provincies en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), is het zogenaamde ‘Ruimte voor Ruimte’beleid ontstaan.

Rol van de provincie

Buitengebied. Op grond van dit beleid kunnen provincies het mogelijk maken dat gebouwen in het buitengebied gesloopt worden en dat in ruil daarvoor (extra) woningen gebouwd kunnen worden.

Planologisch kader. De provincie moet van het rijk een planologisch kader opstellen voor het thema bebouwing in het buitengebied.

Naast verruiming van de mogelijkheden van hergebruik van in het buitengebied leegstaande panden, is één van de mogelijkheden in zo’n planologisch kader het aanwijzen van locaties voor de Ruimte voor Ruimte-regeling.

Voordelen

Extra woningen. Deze woningen tellen niet mee voor het aan iedere gemeente toegewezen woningbouwcontingent; zij zijn dus echt extra.

Vrijheid in locatie. Zij hoeven niet op de locatie van de gesloopte opstallen te komen, maar kunnen aan de rand van een dorp, in/aan bestaande lintbebouwing of zelfs op voorheen agrarisch bebouwde gronden gesitueerd zijn.

Er hoeft niet voldaan te worden aan de gebruikelijke toets aan inbreidingsmogelijkheden of al geplande bouwlocaties in of bij de dorpskern.

Ruime kavels. Mede door de vrijheid in locatie is er daarnaast sprake van zeer ruime kavels van zo’n 1.000 tot 1.500 m3.

Doel Ruimte voor Ruimte

Dit beleid dient twee doelen. Ten eerste voorkomt sloop langdurige leegstand en verpaupering van niet meer in gebruik zijnde gebouwen, zoals stallen, kassen, loodsen, die het buitengebied ontsieren en die bebouwde oppervlakte zijn zonder dat zij enig nut hebben.

Ten tweede biedt dit beleid de mogelijkheid om woningen terug te bouwen op daarvoor geschikte locaties in of in de nabijheid van een dorpskern. Per saldo levert deze ‘ruil’ minder bebouwd oppervlakte op, wat het open karakter van het buitengebied bevordert.

Financiering

De financiering van de sloop van de gebouwen en eventueel bedrijfsbeëindiging, waarvoor de eigenaren dus een vergoeding krijgen, wordt bekostigd uit de opbrengsten van de gebouwde woningen.

Publiek-private samenwerking. Voor het op-zetten van Ruimte voor Ruimte-projecten wordt vaak een publiek-private samenwerking gekozen. Dit is een vorm van samenwerking tussen private partijen (projectontwikkelaars) en publieke partijen (provincies) waarbij de investeringen en de risico’s worden verdeeld.

Gronden worden, voor zover in bezit van de provincie, tegen kostprijs ingebracht in zo’n samenwerkingsverband. Op gemeenten wordt een sterk appel gedaan om gronden die in hun bezit zijn en als Ruimte voor Ruimte-locatie door de provincie zijn aangemerkt, ook tegen kostprijs te leveren. Op deze manier komt er daadwerkelijk geld beschikbaar voor de sloop en/of bedrijfsbeëindiging en bekostigt het plan zichzelf.