Berusten, of toch maar niet?
Bij de neus genomen? Stel, u en uw tegenpartij krijgen in een procedure ieder voor een deel gelijk. Omdat u beiden het procederen ‘zat’ bent, geven u en uw tegenpartij aan elkaar te kennen niet verder te willen procederen (u ‘berust’).
En dan, verdorie, ontdekt u later dat uw tegenpartij op het laatste moment tóch hoger beroep heeft ingesteld. De beroepstermijn is verstreken. Staat u nu op achterstand door een ‘procestruc’ van uw tegenpartij? Dat hoeft niet, als u op de goede manier reageert.
Berust = berust. U kunt als verweer aanvoeren dat het beroep niet geldig (niet-ontvankelijk) moet worden verklaard, omdat in de eerdere beslissing is berust. De Hoge Raad heeft onlangs (LJN: AZ6096) beslist dat als dit verweer onmiddellijk is aangevoerd een hoger beroep inderdaad ‘niet-ontvankelijk’ is. Maar, u moet dat dus wel meteen naar voren brengen. Let erop dat u (uw advocaat) dat doet. Want de rechter hoeft niet uit eigen beweging hier een onderzoek naar in te stellen.
Of opnieuw in de slag. Een andere mogelijkheid is dat u serieus ingaat op de argumenten van uw tegenpartij. Maar bedenk wel dat u dan later niet meer kunt aanvoeren dat het hoger beroep ongeldig is. Tip. U kunt zelfs alsnog ‘incidenteel hoger beroep’ laten instellen tegen de onderdelen van het vonnis die u niet bevallen.