Risico’s bij aanbesteding ónder de kostprijs!
Sommige collega-aannemers schrijven in op aanbestedingen met het aanbod om werk uit te voeren ónder de kostprijs. Wat zijn daarvan de risico’s? Wat kunt u daartegen doen en wat is handig om te weten?
Aan het werk blijven. In deze tijden komt het regelmatig voor dat een aannemer een aanbesteding doet bij inschrijving ónder de kostprijs. Zo probeert hij zijn personeel nog aan het werk te houden en de periode dat het slecht gaat, te overbruggen. Nodeloos om te zeggen dat een aannemer natuurlijk wel wat spek op de botten moet hebben, want lang kan hij dat natuurlijk niet volhouden.
Voordelig voor de opdrachtgever? Er zou gedacht kunnen worden dat een te lage inschrijving, namelijk onder de kostprijs, voordelig is voor de opdrachtgever. Die loopt echter een risico.
Risico. Een te lage kostprijs kan ten koste gaan van de kwaliteit van het werk. Door het lage bedrag van de inschrijving zullen er zo goedkoop mogelijke bouwmaterialen worden gebruikt. Ook bestaat de kans dat bouwmaterialen of onderaannemers niet tijdig worden betaald, zodat het werk vertraging oploopt. En mocht de aannemer tijdens de bouwwerkzaamheden failliet gaan, dan zal de opdrachtgever alsnog een andere aannemer moeten inschakelen om de bouw te voltooien. Uiteindelijk zal hij dan waarschijnlijk een stuk duurder uit zijn.
Hoezo mag opdrachtgever weigeren?
Abnormaal? Volgens de regels die gelden voor de aanbesteding van werk bij inschrijving, heeft de opdrachtgever de mogelijkheid om een inschrijving te weigeren als er sprake is van een abnormaal lage inschrijving. Dan zal het dus bijna altijd gaan om een inschrijving ónder de kostprijs. Maar de opdrachtgever zal daarbij wél aan twee voorwaarden moeten voldoen. Hij zal allereerst de inschrijving nauwkeurig moeten onderzoeken om te kijken of daar onjuistheden in staan. En vervolgens zal hij met de inschrijver in overleg moeten treden. Weigert de inschrijver om daarop te reageren omdat hij bang is dat de opdracht dan aan zijn neus voorbijgaat, dan heeft de opdrachtgever het recht om de laagste inschrijving opzij te leggen. De inschrijver kan dan eventueel nog naar de rechter stappen. Als de opdrachtgever echter zorgvuldig te werk is gegaan, zal de rechter al snel concluderen dat de opdrachtgever niet verplicht is om het werk aan de té lage inschrijver te gunnen.
Wat kunt u als tweede inschrijver doen? Staat u als tweede inschrijver genoteerd en begrijpt u niet dat de laagste inschrijver het voor die lage prijs wil maken, dan heeft u er alle belang bij om de aanbestedingsdocumenten goed te bestuderen. Norm. Vaak blijkt daaruit dat een norm wordt gehanteerd door de opdrachtgever waar iedere inschrijver aan moet voldoen. Dat geldt dus ook voor de laagste inschrijver die ónder de kostprijs werkt! De opdrachtgever is aan die norm gebonden. Tip. Wijkt hij daarvan af, dan kunt u als tweede inschrijver bij de rechter in kort geding een verbod op de gunning eisen.
Maar wel snel reageren!
Uiterste korte termijn. De tweede inschrijver zal zo snel mogelijk na de gunning duidelijkheid moeten vragen aan de opdrachtgever over de diverse inschrijvingen. Als er duidelijk sprake is van een abnormaal lage inschrijving, moet hij bij de opdrachtgever een verzoek indienen om de laagste inschrijving terzijde te leggen.
Als de opdrachtgever het verzoek afwijst, dan kan de tweede inschrijver naar de rechter stappen om een verbod van de gunning te eisen. Dat moet echter gebeuren binnen twee weken nadat de gunning door de opdrachtgever is aangekondigd!