Geheimhouding, hoe ver gaat dat?
Geheimhouding. De geheimhoudingsplicht verplicht u om bepaalde gegevens die in vertrouwen zijn verstrekt, geheim te houden. Het kan zelfs strafbaar zijn om dat niet te doen.
De geheimhouding kan:
- voortvloeien uit een bepaalde functie;
- gelden voor een bepaalde beroepsgroep, zoals artsen of advocaten;
- voortvloeien uit een wettelijke regeling;
- voortvloeien uit (clausule in) een overeenkomst.
Medisch beroepsgeheim
Artsen hebben een bijzondere geheimhoudingsplicht, het medisch beroepsgeheim. Maar ook andere beroepsbeoefenaren kennen een medisch beroepsgeheim, denk aan verpleegkundigen, verloskundigen, fysiotherapeuten, en psychologen.
Wet. Het medisch beroepsgeheim is wettelijk vastgelegd in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en nader ingevuld in boek 7 van het BW in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO).
Toestemming. Een hulpverlener mag alleen als de patiënt expliciet toestemming heeft gegeven, gegevens aan derden verstrekken. Let op. Dat geldt ook voor persoonlijke informatie.
Soms toch informatie verstrekken
Jongeren. Voor informatie aan ouders van kinderen jonger dan 16 jaar geldt de geheimhouding niet. Een arts kan zelf besluiten of hij de ouders van kinderen van 12 tot 16 jaar wil informeren of niet.
Medebehandelaars. Ten opzichte van medebehandelaars geldt de geheimhoudingsplicht niet. Wél tegenover hulpverleners die niet rechtstreeks zijn betrokken bij de behandeling van de patiënt.
Verschoningsrecht. Iedere hulpverlener met een beroepsgeheim heeft een verschoningsrecht. Daardoor hoeft hij geen getuigenverklaring af te leggen of vragen te beantwoorden over onderwerpen die hij als hulpverlener aan de weet is gekomen. Let op. Als hulpverlener moet u gebruikmaken van uw verschoningsrecht. Doet u dat niet, dan bent u strafbaar. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan een hulpverlener getuigen in strijd met de geheimhoudingsplicht.
Toestemming patiënt. Als de patiënt zelf toestemming geeft, mag u als hulpverlener wél gegevens over die patiënt verstrekken aan anderen.
Gevaar voor anderen. Maar ook als er ernstig gevaar voor anderen is, kan dat de geheimhoudingsplicht doorbreken. Denk bijvoorbeeld aan een piloot met epilepsie die ondanks een verbod van zijn arts om te werken, toch in het vliegtuig stapt. Het leven van vele anderen is daarbij in het geding en de hulpverlener mag ‘alarm slaan’.
Wet. Tot slot zijn er wettelijke regels die bepalen dat de geheimhouding onder omstandigheden doorbroken moet worden, bijvoorbeeld ter voorkoming van de verspreiding van bepaalde ziektes.
Geen geheimhouding. Of toch wel?
Vaak zijn er bij medische handelingen ook anderen betrokken. Deze personen hebben geen eigen geheimhoudingsplicht. Mogen deze personen nu wel alles openbaar maken? Zij hebben een geheimhoudingsplicht die is afgeleid van de beroepsbeoefenaar (bijv. de arts) voor wie zij werken.