VERGUNNING - 04.04.2014

Bedrijf bij natuurgebied geen probleem!

Als er bezwaar wordt aangetekend tegen de exploitatie van een agrarisch bedrijf omdat er geen sprake zou zijn van ‘bestaand gebruik’, wat is er dan van belang? Is het ‘einde oefening’ als er minder dieren worden gehouden?

Vergunning verlengd. Jansen heeft van het college van Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Limburg een vergunning gekregen voor de exploitatie van een agrarisch bedrijf. Zijn varkensbedrijf ligt in de nabijheid van het Natura 2000-gebied Groote Peel. De vergunning die door GS is afgegeven volgt op een eerdere vergunning die in 1989 aan Jansen is verleend.

Bestaand gebruik. Een milieuvereniging tekent bezwaar aan. Volgens de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) zijn projecten of handelingen verboden die de natuurlijke kenmerken van een Natura 200-gebied kunnen verslechteren of verstoren. En volgens de vereniging is dat precies wat het varkensbedrijf van Jansen doet.

Weliswaar heeft GS de mogelijkheid om de verbodsbepaling van de wet opzij te zetten. Dat geldt echter alleen maar als er sprake is van ‘bestaand gebruik’. En dat is bij Jansen niet het geval!

Gewijzigd. De eerste vergunning die is verleend geldt voor het houden van 1.056 varkens, maar daarna zijn er aan Jansen nog twee vergunningen verleend voor het houden van 2.044 varkens.

Controle. Ook is er ruim een jaar geleden op het bedrijf van Jansen controle geweest. Daaruit blijkt dat er 15% minder mestvarkens aanwezig waren dan het vergunde aantal. Van een ongewijzigde voortzetting van het bestaande gebruik kan volgens de milieuvereniging dan ook moeilijk worden gesproken!

Wat heeft de rechter nu beslist?

Vervallen. Gelukkig voor Jansen is de rechter (Raad van State, 19.02.2014, nr. 201305070/1/R2) het daar niet mee eens. Het klopt inderdaad dat er na de eerste vergunning nog twee andere vergunningen zijn afgegeven voor het houden van varkens, maar van die vergunningen heeft Jansen nooit gebruik gemaakt. In dat geval zegt de wet dat de laatste twee vergunningen drie jaar na afgifte van rechtswege zijn vervallen. Dat betekent dat deze vergunningen geen rol spelen bij de beantwoording van de vraag of er al dan niet sprake is van ‘bestaand gebruik’.

Kenmerkend voor bedrijfsvoering

Minder mag. Ook is de rechter niet onder de indruk van het feit dat er in 2012 bij de controle slechts 904 mestvarkens in de plaats van de vergunde 1.056 varkens op het bedrijf van Jansen aanwezig waren.

Fluctuatie van het aantal varkens beneden het vergunde aantal is volgens de rechter nu eenmaal kenmerkend voor de bedrijfsvoering van een varkenshouderij. Daaruit kan niet worden geconcludeerd dat er geen sprake is van voortzetting van het bestaand gebruik van het bedrijf.

Bedrijf gewoon voortzetten

Oordeel van de rechter. De rechter oordeelt dan ook de milieuvereniging niet heeft aangetoond dat de feitelijke situatie op het bedrijf van Jansen sinds de afgifte van de eerste vergunning ingrijpend is gewijzigd.

GS heeft volgens de rechter op goede gronden gebruik gemaakt van de uitzondering op de verbodsbepaling van de Nbw 1998. Dat betekent dus dat Jansen ondanks alle bezwaren van de milieuvereniging zijn bedrijf gewoon kan voortzetten!

Bij de beoordeling of er sprake is van ‘bestaand gebruik’ tellen oude vergunningen waarvan geen gebruik is gemaakt niet mee. Ook is het toegestaan om minder varkens te hebben dan het vergunde aantal. Zorg dat u kunt aantonen dat de bedrijfssituatie niet ingrijpend is gewijzigd, daarmee staat u sterk bij de rechter!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01